Vroeger dachten we dat de Grieks-Romeinse beschaving de bakermat van de West-Europese cultuur was. Inmiddels is dit wel wat veranderd en worden ook de toenmalige lokale culturen in het gebied dat nu Nederland heet minstens zo belangrijk gevonden. Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden heeft een belangrijke collectie uit dat gebied, maar ook van de Etrusken die ook in Italië leefden, uit het oude Egypte en uit de nog oudere Sumerische cultuur (4500-3000 vC). Als deze beschavingen hebben grote invloed gehad op onze ontwikkeling. Wie er meer over wil weten, kan beginnen met een bezoek aan het Rijksmuseum van Oudheden (RMO). Deze Leidse instelling werd in 1818 gesticht door Koning Willem I en is nog steeds ons nationale archeologiemuseum. Musea waren in de negentiende eeuw meer dan tegenwoordig instituten waar cultuur werd bewaard en voor het publiek toegankelijk werd gemaakt.
Over dingen die voorbijgaan en toch blijven bestaan
LET OP, LET OP:
In het Haagse Kunstmuseum is tot en met 3 september een grote Escher overzichtstentoonstelling: ‘Escher Andere Wereld’ !!!
Bij Escher in Het Paleis is tijdens die expositie het werk van Eschers docent van zijn Haarlemse opleiding, Samuel Jessurun de Mesquita in combinatie met prenten van Escher te zien, tot en met 1 oktober.
Het onderstaande stuk is gebaseerd op mijn laatste tentoonstelling bij Escher in Het Paleis: “Verwondering, of hoe verveling een optische illusie wordt”.
Het verhaal over zijn leven en werk verandert niet, waar en hoe het ook wordt gepresenteerd.
Na mijn studie kunstgeschiedenis heb ik veel gedaan, dat ik in 2002 in een voormalig paleisje aan het Haagse Lange Voorhout de eerste conservator zou worden van het werk van M.C. Escher (1898-1972) had ik nooit bedacht. Inmiddels ben ik al weer een aantal jaren met pensioen, dus geen conservator meer bij het leukste museum van Den Haag: Escher in Het Paleis. Uiteindelijk heb ik 13 jaar met enorm veel plezier aan de ontsluiting van Eschers grafiek gewerkt. Ik waardeerde de man en zijn kunst steeds meer. Niet eens zozeer door zijn veel geroemde optische illusies waardoor je steeds iets onverwachts in een prent ontdekt, maar veel meer door zijn humor, een soort onderkoelde pret die uit zoveel prenten spreekt. Ik ben onder de indruk van zijn integriteit en vasthoudendheid ons te laten delen in zijn visie op het leven, terwijl het lang duurde voor hij als kunstenaar erkenning kreeg. Lees verder »
Integer en verrassend Denk je aan Leiden, dan denk je aan de universiteit, het beleg en het ontzet op 3 oktober 1574 dat nog jaarlijks wordt gevierd. Wellicht denk je ook aan het zwarte Leidse laken dat de rijke zeventiende-eeuwse burgers vaak dragen op de portretten van Rembrandt, Hals, Bol en andere schilders uit de Gouden Eeuw. Het was een bizonder duurzame en dus dure stof. In de ‘Laecken Halle’ werd in de 17e-eeuw het laken gekeurd en verhandeld. In de 19e-eeuw is het gebouw een museum geworden. De geschiedenis van de stad staat centraal in dit stedelijke museum. In de stad werkten belangrijke kunstenaars of werden er geboren, denk aan Lucas van Leyden, Jan van Goyen, Jan Steen en Willem van der Velde. De beroemdste was echter Rembrandt, de zoon van de molenaar. Als tweede moet zijn vriend en directe concurrent Jan Lievens worden genoemd. Rembrandt en Lievens werden echter zo beroemd in andere steden dat er in de Leidse stedelijke collectie slechts een enkel werk is te vinden.
Mauritshuis, al twee eeuwen Koninklijke Kabinet Het Mauritshuis, het eerste koninklijke museum in Nederland, bestaat al bijna 4 eeuwen als gebouw en 2 eeuwen als museum. Sinds 1816 heet de collectie die hier is te zien: het Koninklijk Kabinet van Schilderijen. Het grootste deel kwam uit de verzameling van Stadhouder Willem V, Prins van Oranje (1748-1806), de vader van Koning Willem I. Na de Franse verovering van Nederland in 1795 werd zijn collectie als oorlogsbuit naar het Louvre gebracht. Het duurde nog 20 jaar voor bijna alles weer terug was en vervolgens door Koning Willem I aan de Nederlandse Staat werd geschonken. Zowel het latere Rijksmuseum, als het Mauritshuis kregen ieder een deel, maar het meeste bleef toch in Den Haag. In 1822 verhuisde deze verzameling naar het Mauritshuis. Het is een rijke verzameling met grote namen uit de Vlaamse en Nederlandse schilderkunst uit de 17e en 18e eeuw.
Kunstenaar en zakenman Vlakbij het Vredespaleis in Den Haag ligt het museum De Mesdag Collectie. Ooit waren dit ruime huis met aanpalend museum en grote tuin de atelierwoning van het echtpaar Mesdag-Van Houten, telgen uit de upperclass van Groningen en beiden schilders. Ze lieten nog tijdens hun leven het museum na aan de staat. De museumverzameling is in honderd jaar min of meer onveranderd gebleven, zo werd bij de overdracht bepaald. Inmiddels valt het onder het Van Goghmuseum. Het museum is klein, maar fijn; het geeft een mooi beeld van de inrichting van de huizen van de rijke, artistieke elite aan het einde van de 19e eeuw. Er hangt een degelijke keuze van schilders uit de School van Barbizon, Franse schilders in het midden van de 19e eeuw, en van de iets latere Haagse School, met hier en daar mooie verrassingen. Het echtpaar Mesdag kocht indertijd ook, naast beeldende kunst, de gewilde Japanse en Chinese kunst en kunstnijverheid. Design heet dat tegenwoordig. Tegelijkertijd verzamelden ze lokaal werk, bijvoorbeeld van Colenbrander toen hij bij de Haagse Plateelbakkerij Rozenburg werkte.
(Let op: De Mesdag Collectie is een ander museum dan het beroemde Panorama Mesdag(1881) een rond schilderij van het strand van Scheveningen van 115 meter lang en 14 meter hoog dat onder leiding van Mesdag werd gemaakt. Dit ligt in de Zeestraat en staat los van het voormalige huis en museum.)