Op weg naar de kunst

Bestel hier onze: Gids naar Nederlandse musea Op weg naar de kunst

bespreekt de eigen collectie van musea in Nederland en elders.

Dordrecht, Dordrechts Museum 1

Een vrolijk museum voor iedereen
Ben je ooit in Dordrecht geweest om het museum te zien? Nog niet…. dan is het een goed idee zo snel mogelijk op weg te gaan. Hun eigen collectie wordt door een bijzondere, liefdevolle en vrolijke presentatie extra de moeite waard. Misschien is het een verrassing te ontdekken dat Albert Cuyp (1620-1691) en Ferdinand Bol (1616-1680) geen Amsterdammers zijn. Je leert hier op een bijna achteloze manier dat ze allebei uit Dordrecht kwamen. Bol ging weliswaar naar Amsterdam. Hij  werd een belangrijke leerling van Rembrandt, trouwde een rijke vrouw en hoorde daardoor bij de notabelen van de stad. Albert Cuyp bleef in Dordt, hij was telg van een schilders-familie en trouwde ook al met een rijke weduwe. Zijn werk wordt  gecombineerd met schilderijen van zijn vader, zijn oom en tijdgenoten.
Je hoeft bij een bezoek aan dit museum geen voorkennis te hebben, maar je kunt er wel verdieping vinden. Wie kennis heeft, vindt onverwachte details. Wil je alleen genieten van de kunst, dan lukt dat net zo makkelijk door de uitgebalanceerde opstelling.

Lees verder »

BOEK: hoe een gebouw een kunstwerk werd

TITEL Het gedroomde museum – Kunstmuseum Den Haag
We kunnen weer de musea in, we kunnen bekende kunstwerken opnieuw bekijken en onbekende ontdekken. Wist je dat in 1986 werd besloten het gebouw van het Haagse Kunstmuseum tot kunstwerk nummer 1 van de collectie te maken? Dus, voor je er in gaat, sta je al bij het allereerste kunstwerk uit de eigen collectie!
Het was een verstrekkend besluit niet alleen ideologisch, maar ook praktisch. Een museum moet zijn kunstwerken tenslotte in een topconditie houden en zo werd de weg vrijgemaakt voor de ingrijpende renovatie van tien jaar later.
Het Haags Gemeentemuseum zoals het instituut toen nog heette, was één van de eerste musea die de deuren sloot voor een jaren durende opschoning en uitbreiding van het gebouw. En terecht, inmiddels waren de tentoonstellingszalen volgelopen met extra kantoortjes en opslagruimtes. Na het herstel en de uitbreiding van het museum met nieuwe ondergrondse depots en een extra expositie ruimte waar tegenwoordig de Wonderkamers voor de jeugd zijn ondergebracht, is het weer een van de mooiste museumgebouwen ter wereld: dienend en toegankelijk op de verdieping met glazen kappen zodat het daglicht er ooit onbelemmerd binnenkwam.
Zoals zo vaak is er ook een kinderboek gemaakt: Berlage en een boef in het museum met tekeningen en tekst van Georgien Overwater.

Hier staan de boekbesprekingen.

Bij de bespreking staat ook alle informatie over:

Het Gedroomde Museum – Het Kunstmuseum Den Haag
Auteurs: Jan de Bruin, Doede Hardeman, Jet van Overheem.
&
over het kinderboek:
Berlage en een boef in het museum
Auteur: Georgien Overwater

Leiden, De Lakenhal

Jonge Rembrandt, rijzende ster
In de herfst en winter van 2019 hoopten we dat er misschien wel een nieuwe trend in de tentoonstellingswereld begon: de eigen collectie als uitgangspunt van tijdelijke exposities. Het Kröller Müller museum maakte dat jaar twee spannende tentoonstellingen rondom het eigen bezit; het Haagse Kunstmuseum, voorheen Gemeentemuseum, bracht een prachtige Monet tentoonstelling met als aanleiding hun eigen Blauwe Regen (zie de bespreking op onze site onder aan het stuk over het Kunstmuseum). Nu heeft ook de Lakenhal in Leiden  een top tentoonstelling rondom de eerste 10 jaar van Rembrandts carrière: Rembrandt Rising Star, (Waarom hij geen rijzende ster mag zijn, is me een raadsel.)

Lees verder »

Den Haag, Kunstmuseum Den Haag voorheen Gemeentemuseum 1

Lokaal en Internationaal: Haagse School, Delfts Blauw en Mondriaan
Het Kunstmuseum Den Haag is wat mij betreft HET schoolvoorbeeld van een prachtig museumgebouw. Het heeft een heldere structuur met mooie ruime zalen die worden afgewisseld met kabinetten. Er zijn ruime gangen en overal is verbinding met het daglicht, of wel door ramen, of door glazen daken. Het oorspronkelijke plan van H.E. van Gelder, en zijn architect, H.P. Berlage, om van het museum vooral een toegankelijk museum voor iedereen te maken, staat nog steeds als een huis. Aan het begin van de 20ste eeuw hoorden kunst en cultuur alleen bij de bovenlaag van de stedelijke bevolking. Van Gelder wijst er herhaaldelijk op dat ook de “jeugd der arbeidersklasse” welkom is in het museum. Dat was een noviteit, net als het plan educatie op te zetten. Voor het Gemeentemuseum, zoals het Kunstmuseum eerder heette, was educatie naast collectievorming en onderzoek een eerste prioriteit: lange tijd was dit een unicum  in Nederland museumland.

Lees verder »

Dordrecht; Dordrechts Museum 2

Moderne en Hedendaagse kunst In Dordrecht
Het Dordrechts Museum koopt al sinds de oprichting in 1842 ‘hedendaagse’ kunst. De moderne schilderijen uit die tijd horen inmiddels bij de kunstgeschiedenis. Denk aan Roelofs, Weissenbruch, Breitner, vader en zoon Israëls. Die werden toen aangekocht, maar hangen inmiddels in de zalen met 19e-eeuwse kunst van de benedenverdieping, rechts van de entree. Op de eerste verdieping merken we dat ook de volgende generatie schilders als Willink, Ket, Hynckes en Charley Toorop werden aangekocht. Vandaag zijn ze niet meer ‘modern’ maar indertijd vormden ze wel degelijk een voorhoede.

Lees verder »