Op weg naar de kunst

Bestel hier onze: Gids naar Nederlandse musea Op weg naar de kunst

bespreekt de eigen collectie van musea in Nederland en elders.

Antwerpen, Rubenshuis

,

HET RUBENSHUIS IS TOT 2027 GESLOTEN!!!

Het verhaal van Rubens en zijn stadspaleis
Nu het KMSKA in de herfst van 2022 is heropend, werd in januari 2023 het Rubenshuis aan de Lange Wapper gesloten. Op z’n vroegst  gaan de tuin en een nieuwbouw in 2024 open, maar het huis zelf heropent pas, als alles goed gaat, in 2027. We laten de tekst over het Rubenshuis staan, omdat deze door de filmpjes en foto’s toch een goed beeld geeft van Rubens’ allure en grootste staat in het Antwerpen uit de eerste helft van de 17e-eeuw.
Tegenwoordig ligt het huis van Pieter Paul Rubens ( 1577-1640)  midden in het oude centrum van Antwerpen. Vlakbij de
Wapper, een soort drinkwaterschep-installatie in de Herentalse Vaart, liet de schilder / aristocraat / diplomaat Pieter Paul Rubens zijn huis en enorme werkplaats (atelier zeggen wij nu) bouwen. Rubens was een man van aanzien zowel binnen, als buiten zijn vak. Hij kreeg een goede opvoeding en kon op stand leven.

Hij werd als 30-jarige benoemd tot hofschilder van  Aartshertogen Albrecht van Oostenrijk en Isabella van Spanje.  Hij trouwde met Isabella Brant, dochter van de stadsgriffier van Antwerpen. Vier jaar na de dood van zijn vrouw was hij 53 en trouwde hij nogmaals, nu met zijn 16-jarige nicht Helena Fourment waarvan hij ontroerende schilderijen maakte. Ze stond ook meermaals model in zijn altaarstukken.

Renaissance paleisje
De allure en welstand van Rubens kun je nog steeds zien in het huis dat hij ontwierp. De voorkant is misschien nog bescheiden, maar wie de poort doorloopt ziet achter de binnenplaats een klassieke doorgang met drie bogen die in zijn monumentaliteit wel wat aan een driedubbele triomfboog doet denken. De bogen verbinden vanuit de tuin gezien het atelier aan de linkerkant met het woonhuis, rechts. Een imposant geheel, zeker na de restauratie van de gevels.


De bogenpoort van uit de tuin van ver ….


en dichtbij

Het belang van het Rubenshuis, paleisje met prachtige tuin zou je kunnen zeggen, is pas laat door de overheid herkend: de gemeente kocht het pas in 1937. Inmiddels was het ingrijpend verbouwd. Dat is jammer want Rubens was de architect. Hij heeft het ensemble ontworpen en het wordt niet helemaal duidelijk in hoeverre men het in de authentieke staat kon terugbrengen.


De Eetkamer

Toentertijd lag het stadspaleisje net buiten de stadsmuren. Hier bracht Rubens 25 jaar van zijn leven door, ontwierp zijn schilderijen en schilderde ze, geholpen door leerlingen en assistenten. De patriciërswoning bevond zich in een gebied waar de elite zich graag vestigde; veel hoge gasten kwamen er op bezoek en genoten van zijn indrukwekkende kunstverzameling. De gegoede burgerij legde in navolging van de adel zo’n verzameling, een Kunstkamer,  aan. Zo’n verzameling bestond  niet alleen kunst, oud en nieuw, schilderijen, beelden en grafiek, maar ook uit stenen en vreemde instrumenten. Een deel kon je in een Kunstkast opbergen. Rijk versierde grote kasten met veel laadjes en vakjes.

Kunstkast uit de Kunstkamer
Kunstkast uit de Kunstkamer

Bewaren

In dienst van het ware geloof
In Rubens’ tijd bevond Antwerpen zich in een periode van een ongekende welvaart: het was in de Zuidelijke Nederlanden naast de hofstad Brussel de belangrijkste financiële en commerciële stad van het Habsburgse rijk. De adel en de burgerij lieten graag portretten maken van zichzelf en van hun familie. Dit viel samen met de contra-reformatie, de reactie van de katholieke kerk, geleid door de jezuïeten, tegen de calvinisten uit het Noorden. Die hadden in de tweede helft van de 16de eeuw met hun ‘beeldenstorm’ heel wat kerken leeg geplunderd en hun kunst vernietigd. Het werd de hoogste tijd iedereen opnieuw bijeen te brengen in de schoot van de moederkerk. Daarom gaf men opdrachten voor meer dan levensgrote altaarstukken waarin de glorie van het ‘echte’ geloof op een toegankelijke manier wordt getoond. Rubens dreef op deze culturele bloei.
De altaarstukken van Rubens zijn wervelend, groots en meeslepend. Vooral het formaat was hier in het noorden voor die tijd opzienbarend. Gelukkig zijn er nog steeds prachtige voorbeelden in Antwerpen te zien. Zo heeft de Onze Lieve Vrouwe Kathedraal drie drieluiken: een Kruisoprichting uit 1610-1611, een Kruisafname uit 1612 en een Verrijzenis van Christus ook uit 1612. Voor het hoofdaltaar maakte hij in 1626 een grootse Maria Hemelvaart.

Maria Hemelvaart, Rubens, 1626
Maria Hemelvaart, Rubens, 1626

Bewaren

Bewaren

Het Rubenshuis werd pas in 1946 museum. De eerste jaren kon het enkele objecten uit het Plantin Moretus museum lenen en begin jaren vijftig werden de eerste 17de-eeuwse meubels aangekocht. In de volgende jaren werden her en der ook persoonlijke bezittingen van Rubens verworven, maar geen schilderijen, slechts 2 schetsen en tekeningen. Inmiddels zijn er schetsen, tekeningen en een paar van zijn vele schilderijen aangekocht, waaronder één van de vier zelfportretten. Want net als bij Rembrandt zijn ook de schilderijen van Rubens vrijwel onbetaalbaar geworden. Hij is tenslotte de grote barokschilder noordelijk van de Alpen.De iets jongere Rembrandt ( 1606-1669) concurreerde, zo zegt men, met Rubens. Hij vond inspiratie in het werk van de Italiaanse schilders Titiaan (1487 – 1576) en de jong gestorven Caravaggio (1571-1610). Er kon door de hoge prijzen al in 1946 bijna geen werk van Rubens voor het museum worden gekocht. Maar men was wel zo slim om olieverf schetsen te kopen, ook niet goedkoop trouwens. De eerste olieverfschets (De aanbidding der herders) werd in 1955 aangekocht.

 

De Heilige Clara van Assisi, voor 1621, Rubens
De Heilige Clara van Assisi, voor 1621, Rubens

Samenwerking
Deze Heilige Clara van Assisi maakte Rubens voor de Antwerpse Jezuϊeten kerk,  de huidige Carolus Borromeuskerk aan het Hendrik Conscienceplein. Rubens verzorgde onder andere 39 plafondversieringen waaronder Clara. Helaas kunnen we haar niet meer zien, want in 1718 sloeg de bliksem in het plafond van de kerk. Als u zich afvraagt waarom de dames er wat vreemd bij staan, dan is dit expres gedaan:  wie in de kerk omhoog kijkt, om Clara cs. te zien, krijgt een heel ander perspectief, dan als je vooruit kijkt.
Alle schilders legden in hun overeenkomsten met de klant niet alleen precies vast hoe groot het werk zou worden, welke kleuren men ging gebruiken, bijvoorbeeld van het dure lapis lazuli blauw, maar ook hoeveel werk ze zelf aan een schilderij zouden verrichten. Hoe meer ze zelf schilderden hoe duurder het werd. Rubens maakte de voorstudies van een werk, de schetsen zelf. Het zijn eigenlijk een soort kladjes die bijvoorbeeld door de opdrachtgevers werden goedgekeurd, of waarmee de leerlingen in het atelier aan de slag konden gaan. De Heilige Clara is zo een voorstudie.
In het museum voor Schone Kunsten in Brussel hebben ze een prachtige serie van deze kleine schetsen van Rubens en, waar de propaganda doeleinden in de grote altaarstukken wat mij betreft het plezier een beetje bederven, zijn deze kleine schetsen vaak ontroerend door hun directe spontaniteit. Een zogende Maria krijgt dan opeens een heel huiselijk en vrolijk karakter.
Naast het zelfportret uit 1630  dat in begin 2019 in het atelier hing, maar dat we ook wel eens in de Eetkamer zagen, zijn er van Rubens  nog een vroege  Adam en Eva voordat hij naar Italië reist, een zwierige Annunciatie die hij na dat verblijf maakte. Sinds enige tijd heeft het Rubenshuis een langdurig bruikleen gekregen: schilderij van zijn dochter Clara Serena dat hij waarschijnlijk in 1623 maakte, kort na haar dood.

In het atelier hangt het onvoltooide  Hendrik IV in de slag bij Ivry, waarin hij samenwerkte met Pieter Snayers die de oorlogstaferelen in de achtergrond maakte. Het kwam wel vaker voort dat Rubens met andere schilders werkte.  Zo heeft ook het Mauritshuis in Den Haag een schilderij van Jan Brueghel de Oude (1568–1625) waarin Brueghel de flora en fauna maakte en Rubens  de figuren Adam en Eva.
In het huis zijn de archeologische vondsten opgesteld uit Rubens eigen collectie. (Na zijn dood is de collectie ooit verkocht en uiteindelijk is een deel in het RMO te Leiden terechtgekomen!) Rubens kocht onder andere tijdens zijn verblijf in Italië fragmenten van Romeinse beelden die nog steeds in het prachtige koepeltje staan.


Koepelkamer speciaal ontworpen voor zijn archeologische verzameling

Niet alleen Rubens’ schilderijen
Maar er is vooral ook werk van tijdgenoten. In de zeventiende  eeuw bloeit het ambacht, het gildewezen nog. Dat betekent dat zo’n belangrijk meester als Rubens niet al zijn schilderijen zelf maakte. Hij liet veel, heel veel aan zijn leerlingen over. Dat begint met klusjes als penselen schoonmaken en verf kneden. De tube verf is tenslotte een uitvinding uit de 19e eeuw, tot die tijd maakte de schilder zijn eigen verf door kleurpigmenten met olie en Arabische gom te kneden tot een pasta. Daarna volgde het opzetten van de ondergrond. Ondertussen moesten de leerlingen vooral kijken, oefenen en hun mond houden. Pas als gezel mocht je hier en daar wat schilderen en was je meester dan was je waarschijnlijk blij als je nog een paar jaar bij Rubens in zijn atelier kon werken. Een van de weinigen die niet lang bleef, was Anthoon (Anthony) Van Dyck (1599-1640). Hij werd, ook door Rubens, als een wonderkind beschouwd en maakte later carrière in Engeland.
Andere schilders die in het Rubenshuis hangen zijn onder andere: Jacob Jordaens, Adriaen van Utrecht, Adriaen Brouwer, Frans Snijders, Jan Boeckhorst en Anthony Van Dijk, de laatste met een zelfportret als jonge man. (Dat was overigens uitgeleend toen wij er waren, vandaar dat we geen foto maakten.)  Justus van Egmont was een van Rubens’ leerlingen die na zijn leertijd, rond 1630, naar Parijs ging als zelfstandig schilder. De Verzoening tussen de Romeinen en de Sabijnen lijkt zo op het werk van Rubens, dat men tot in het midden van de vorige eeuw ook dacht dat een Rubens was. Het schilderij hangt nu in de Grote Slaapkamer.

De Verzoening tussen de Romeinen en de Sabijnen, Justus van Egmont (1602-1672)
De Verzoening tussen de Romeinen en de Sabijnen</ em>, Justus van Egmont (1602-1672)

Rubens bouwde tegelijkertijd met het woonhuis zijn atelier. Hier werkten tientallen leerlingen die later vaak beroemd zouden worden en al bekende meesters. Ze schilderden samen met Rubens, of in zijn opdracht naar zijn schetsen voor grote opdrachten. In het atelier hangt het onvoltooide  Hendrik IV in de slag bij Ivry, waarin hij samenwerkte met Pieter Snayers die de oorlogstaferelen in de achtergrond maakte. Het kwam wel vaker voort dat Rubens met andere schilders werkte.  In het Haagse Mauritshuis hangt een schilderij van Jan Brueghel de Oude (1568–1625) waarin Brueghel de flora en fauna maakte en Rubens de figuren Adam en Eva.

Bewaren

Gesamtkunstwerk
Rubens ontwierp een ensemble dat eenmalig is met een elegant huis, een ruime werkplaats en een grote tuin. Het is een feest om door het huis te dwalen en aandacht te geven aan voorwerpen en schilderijen en dan ook nog eens door de tuin te bekijken. Over het algemeen gaan we ervan uit dat Wagner in Bayreuth als eerste van zijn huis, het opera theater en zijn muziek een Gesamtkunstwerk maakte. Rubens was, wat mij betreft, een aantal eeuwen eerder door dit concept.

details uit de tuin met de pergola die Rubens ontwierp
Details uit de tuin met de pergola die Rubens ontwierp

Een ander deel van de tuin
Een ander deel van de tuin met het paviljoentje

Ook elders in Antwerpen hangen schilderijen en schetsen van Rubens: in het Rockoxhuis, in het Museum Plantin-Moretus en natuurlijk in het Museum voor Schone Kunsten, als dat na een jarenlange verbouwing in 2019 weer opengaat.
Daarnaast zijn er vier kerken waar de invloed van Rubens en zijn atelier goed zijn te bewonderen: de Sint-Carolus Borromeuskerk waarvoor hij zowel de gevel als het interieur naar de laatste Italiaanse barok mode ontwierp, natuurlijk de Onze Lieve Vrouwe kathedraal met de drieluiken, de Pauluskerk waar hij biechtte met een reeks schilderijen waar hij zelf ook aan bijdroeg en zijn grafkapel in de nabijgelegen Sint Jakobskerk. Alle vier de kerken worden op deze site besproken in het stuk:  Voor een strijdend geloof

Informatie en voorzieningen

Het Rubenshuis

Wapper 9-11, 2000 Antwerpen; België
W Rubenshuis
T +32 3 201 15 55
di t/m zo 10.00-17.00 uur, kijk altijd op de website voor actuele informatie.

De Voorzieningen van de buitenlandse musea zijn ingekort tot praktische informatie

bereikbaarheid
makkelijk met OV op de website staat goede info, lopen 25 min. mooie wandeling
parkeren in de buurt van het museum is QPark t Stad
collectie informatie
folder uitgebreide informatie over de kunstwerken en voorwerpen
zaalteksten niet aanwezig, alleen in het atelier, daar zijn ze een goede aanvulling
presentatie collectie is wel erg traditioneel
route informatie
digitaal - app niet aanwezig, inmiddels is er wel een Antwerpen Museum App
museumrestaurant zit maast het museum, wel vanuit het museum toegankelijk
prijs/kwaliteit degelijke Vlaamse lunch

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.