Antwerpen: Het Snijders & Rockoxhuis
België
De schilder Frans Snijders ging in 1622 naast zijn vriend, de patriciër, burgemeester en humanist Nicolaas Rockox wonen. Sinds 2018 zijn de woningen van de aristocraat Nicolaas Rockox en van de schilder Frans Snijders samen gevoegd als één museum. Het Snijders & Rockoxhuis ligt een beetje uit de looprichting van de belangrijkste Antwerpse trekpleisters, maar toch nog dichtbij het Rubenshuis en de Grote Markt. De renaissance-gevel, verbouwd in 1715, is niet indrukwekkend maar wel elegant.
In het Snijders & Rockoxhuis staat in het teken van de tweede bloeitijd van Antwerpen uit de eerste helft van de 17e-eeuw. Er is een onverwachte collectie met bizondere kunstwerken. Snijders was een collega en vriend van Rubens, hij was gespecialiseerd in jachttaferelen en bourgondisch volgeladen tafels, en de zogenaamde “keukens”. Zijn werk en van schilders uit die tijd, zoals Joannes Fijt, Clara Peeters en Joachim Beuckelaer, zijn een mooie aanvulling op de brede verzameling van Rockox. Hier zien we hoe de elite aan het begin van de 17de eeuw met kunst en cultuur leefde.
Nicolaas Rockox (1560-1640) speelde in de eerste helft van de 17de eeuw een belangrijke rol in het politieke, sociale en economische leven. Hij was een actieve katholiek, getrouwd met Adriana Perez, de dochter van een Spaanse koopman en bankier. (Wij kennen hun gezichten door het drieluik van Rubens in de erezaal van het Rijksmuseum.)
In 1603 werd hij ‘buitenburgemeester’ van de stad. Hij werd achtmaal herkozen. De buitenburgemeester was het hoofd van de stedelijke milities, de krijgsgilden en de schutterij. Bovendien vertegenwoordigde hij de stad in de Staten van Brabant en, nog belangrijker, aan het Brusselse hof. Als buitenburgemeester was hij betrokken bij het begin en einde van het Twaalfjarige Bestand (1609-1621), de tijd waarin Antwerpen weer economisch en cultureel tot bloei kwam.
Verzamelaar, opdrachtgever, weldoener
Rockox was betrokken bij het artistieke intellectuele milieu van zijn tijd. Hij was bevriend met Pieter Paul Rubens, had nauwe contacten met schilders als Antoon van Dyck, Jan Brueghel en natuurlijk met zijn buurman en vriend Frans Snijders. Toen Rubens (1577-1640) na acht jaar in 1608 uit Italië terugkeerde, kreeg hij een jaar later van Rockox zijn eerste opdracht, een schilderij voor het stadhuis: “Aanbidding van de Koningen”. Dat hangt tegenwoordig in het Prado te Madrid. Rockox gaf Rubens later nog meer opdrachten, ondermeer voor het inmiddels wereldberoemde drieluik ‘De Kruisafname’ in de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, waar het nog altijd hangt. Dat was toentertijd een gewaagde keuze, want Rubens had zich in Italië gespecialiseerd in de overdadige barok, een manier van schilderen die hier nog niet zo bekend was. Het drieluik kreeg niet alleen een opzienbarend groot formaat, maar er was ook een echt dramatisch verhaal te zien.
Naast hun standvastige katholieke geloofsovertuiging deelden Rockox en Rubens, als ware humanisten, een grote belangstelling voor de klassieke oudheid. Ze bezaten beiden een belangrijke verzameling Griekse en Romeinse munten. Die munten werden net als schelpen, gesteente, brieven, juwelen en andere kleinoden bewaard in prachtig bewerkte en versierde kunstkasten waarvan er een aantal in dit huismuseum staat. De kunstkast was indertijd een van de vele Antwerpse exportproducten.
Kunstkast toegeschreven aan Michiel Coignet met verhalen uit de Metamorfosen van Ovidius.
De Rockox collectie is verspreid over de hele wereld, doordat het kinderloze echtpaar besloot dat hun verzamelingen na hun dood verkocht moesten worden voor een armenfonds. De huidige collectie bestaat uit 82 schilderijen en ettelijke andere kunstwerken, veelal bruiklenen van andere Belgische musea, of zelfs ook het Centraal Museum in Utrecht. Door zijn eigen beschrijving en uit de boedelbeschrijving is bekend welke kunstwerken Rockox had verzameld. Deze informatie diende als leidraad bij de aankopen en bruikleenaanvragen.
De huizen
Sinds april 1977 zijn de grote ruimtes van het Rockoxhuis, de linkerkant van de dubbele woning, als museum ingericht. In 2018 werd het buurhuis een museum ter ere van zijn toenmalige bewoner Frans Snijders, de schilder en familievriend van Rockox. De kamers hebben nog hun oude naam. Eerst komen we in De Cleyne Salette ( de kleine salon). Rockox ontving hier zijn gasten. De burgemeester zien we hier op een mooi portret van Thomas Willeboirts Bosschaert. Bosschaert een zoon uit een adellijke familie uit Bergen op Zoom, werkte in Antwerpen. Hij maakte het schilderij een jaar na Rockox overlijden en baseerde zich waarschijnlijk op een portret van Van Dijck dat veel eerder werd gemaakt. In de 17e eeuw werden de onderwerpen, of het nu bloemstillevens, landschap of portretten zijn, vaak een beetje opgepoetst. Vandaar dat ons hier een vrij jonge Rockox aankijkt.
Nicolaas Rockox, Thomas Willeboirts Bosschaert, 1641.
Portretten van de aartshertogen Albrecht en Isabella, Peter Paul Rubens 1615.
Hier hangen ook twee portretten door Peter Paul Rubens van Albrecht en Isabella, de aartshertogen die de Zuidelijke Nederlanden regeerden. Zowel Rockox als Rubens hadden banden met het Brusselse hof van Albrecht en Isabella. Voor Rubens zijn dit sobere portretten, beiden in het zwart gekleed met de zogenaamde ‘molensteen’ kraag van gesteven witte kant tegen een opvallende smaragd groene achtergrond. In deze zaal hangen portretten door een jonge Antoon van Dijck en Frans Pourbus de jongere. Twee in het oog springende schilderijen geven een tijdsbeeld: de brooduitdeling aan de armen, door David Vinckboons en de Maria ommegang op 15 augustus. De praalwagens doen aan schilderijen van Bruegel de Oude denken. Het is geschilderd door Erasmus de Bie.
Processie van praalwagens op de Antwerpse Meir, Erasmus de Bie, 1670.
Gang
In de gang hangen onder andere twee mooie kleine tekeningen van de Noord Nederlandse schilder Bartholomeus van der Helst (1613-1670). Hij is vooral bekend door zijn grote statische schilderij van De Schuttersmaaltijd ter viering van de Vrede van Munster in de nachtwachtzaal van het Rijksmuseum. Dit zijn echter gevoelige portretten van 2 onbekende schutters.
Twee Portretten, Bartholomeus van der Helst.
Tgroot Salet
Na de Cleyne Salette gaan we naar Tgroot Salet. Daartussen is een ruime met prettige stoelen waar documentaires met achtergrondinformatie draaien. In de grote salon zien we de klassieke kunst collectie uit de tijd van Rockox. Naast schilderijen, glas in lood ramen, terracotta beelden, zilverwerk, marmer en boeken, is er ook koraal en staan er twee kunstkabinetten waar de kleinere objecten in konden worden opgeborgen.
Glas in lood raam met het Bijbelse verhaal waarin Isaak de jongere zoon Jacob zegent.
Het zijn als gezegd allemaal authentieke objecten, maar niet uit Rockox’s inboedel. Het was niet moeilijk meubilair uit die tijd te vinden. Het grootste probleem was dat de topschilders inmiddels onbetaalbaar zijn. De meeste schilderijen zijn dan ook langdurig bruiklenen. Slechts het schilderij De heilige Hiëronymus als monnik door de 16de-eeuwse schilder Jan van Hemessen behoorde tot de oorspronkelijke Rockox-collectie. Jan van Hemessen schilderde vooral religieuze taferelen en genrestukken, maar ook satirische portretten.
Tgroot Salet is een zaal die de nodige aandacht vraagt met beelden van Rubens vriend Lucas Faydherbe en Artus Quellinus de Oude en diens neef Artus Quellinus de Jonge. Beiden werkten mee aan de beelden en het timpanon van het Amsterdamse Paleis op de Dam. Er zijn een paar opvallende kleinere schilderijen uit de 15e– en 16e-eeuw zoals Quinten Massijs (1456-1530), wiens naam ook wel gespeld wordt als Messijs of Matsijs of zelfs Metsijs. Hij was de grondlegger van de Antwerpse schilderschool en maakte de overgang van de gotische naar de renaissanceschilderkunst. Maar er is ook werk van andere renaissance schilders als Jan Gossaert (1478-1532) en Maarten van Heemskerck (1498-1574).
Hier hangen de drie grote Vlaamse barok schilders uit de 17e-eeuw naast elkaar: Peter Paul Rubens,(1577-1640), Jacob Jordaens(1593-1678) en Antoon van Dyck (1599-1641). Rubens was niet alleen een ongelofelijk goede schilder maar ook de spil in een schilder imperium: bij hem werkten tientallen leerlingen en collega schilders tegelijkertijd aan diverse opdrachten van koningshuizen, aristocraten, kloosters en kerken uit Spanje, Italië, Frankrijk, Engeland en de zuidelijke Nederlanden. Jordaens maakte zelfstandig vooral mythologische en Bijbelse taferelen. Hij werd protestant maar bleef in Antwerpen werken, zelfs voor katholieke kerken. Antoon van Dijck vertrok naar het decadente Engelse hof van Karel I en werd daar, als Sir Anthony Van Dyck, de gevierde schilder van de aristocratie.
Zaalfoto 2018: links De opvoeding van Jupiter (Jordaens, 1645), in het midden Studies van een manskop door Van Dijck (1618) en rechts Maria in aanbidding bij het slapende Jezuskind (Rubens, 1616).
Antoon van Dijck was niet alleen de portretschilder van de Engelse aristocratie, maar maakte ook religieuze en mythologisch onderwerpen. Hij was minder theatraal dan Rubens. Zijn portretten van de Engelse adel zijn ongeëvenaard doordat hij vaak een licht informele ambiance schiep. Bovendien maakte hij, en dat was ook belangrijk, het portret altijd net iets mooier dan de werkelijkheid. In deze ruimte hangen 2 Studies van een manskop. Later zou Van Dijck op basis hiervan de heilige Hiëronymus schilderen.
Detail Studies van een manskop, Antoon van Dijck, ca 1618.
In deze kamer vallen 2 wat grotere schilderijen door Maerten de Vos (1532-1603) op. Hij kreeg als eerste schilder na de beeldenstorm (1566) de opdrachten voor bijbelse taferelen in de kerken. Later werd dat mede door Rockox toedoen Pieter Paul Rubens. De Vos was een tijdje Lutheraan, maar bekeerde zich na de val van Antwerpen in 1585 opnieuw tot het katholicisme. Antwerpen had voor de herovering door de Spaanse troepen in 1585 negen jaar een Calvinistisch bestuur gehad.
Over de schilderkunst van De Vos wordt gezegd dat het weinig origineel was – hij imiteerde zijn Italiaanse voorbeelden Tinteretto en Michelangelo en de in die tijd populaire Michiel Coxie en Lambert Lombard. Op deze twee allegorische schilderijen is iets heel aparts te zien: vrouwen aan de macht.
De Allegorie van de zeven vrije kunsten toont alle disciplines die toen deel uitmaakten van het vakkenpakket in het onderwijs: muziek, rekenkunde, geometrie, astrologie, logica, grammatica, dialectiek en rethorica. Dit was overigens vooral onderwijs aan de jongens uit de hoogste standen: de aristocratie en de rijke burgerzonen! Een opvoeding in brede kennis (kunst of kunde) maakte deel uit van het humanisme. Door kennis werd de mens tenslotte ‘vrij’. Op het schilderij zijn op de achtergrond drie mannen te zien waarvan er eentje blijkbaar naar de zeven kunsten wordt gebracht. Die zeven kunsten worden verzinnebeeld door aantrekkelijke vrouwen.
Allegorie van de zeven vrije kunsten, Maerten de Vos, ca 1590.
Op een ander schilderij, De vierschaar van de Brabanste Munt in Antwerpen, staat één vrouw centraal: Vrouwe Justitia. Zij zwaait de scepter. Haar uitspraak is rechtvaardig maar streng: zij baseert zich op de wetten van Mozes en het Romeinse recht van keizer Justianus, links en rechts op de voorgrond. De reeks mannen met tabbaarden en molensteenkragen zijn verbonden aan de eigen rechtbank van de Antwerpse munt en zullen haar uitspraak volgen.
De vierschaar van de Brabanste Munt in Antwerpen, Maerten de Vos, 1594.
Landschappen in De camer achter Tgroot Salet
In de zaalteksten wordt er op gewezen dat landschappen vaak idyllisch zijn en vrijwel nooit natuurgetrouw. Ze ontstonden als achtergrond voor een bijbels verhaal. Als zelfstandige kunstwerken weerspiegelen ze meestal de bewondering over ‘Gods mooie natuur’. Het aardige van deze zaal is dat zowel bij de bovenste, als ook onderste rij schilderijen de horizon als letterlijke leidraad is genomen. Als je het ziet, blijkt het en mooie natuurlijke manier van kijken, ondanks de verschillende formaten van de kunstwerken.
Zaalfoto 2018, de landschappen in verschillende formaten waarvan de horizon steeds als middenlijn is genomen. Met onder meer werk van Joos de Momper II, een navolger van Patenir en Joachim Beuckelaer en Roelant Saverij.
Het merendeel van de landschappen is nog geen zelfstandig landschap maar meestal het decor voor een Bijbels verhaal. Hoewel je soms slechts met moeite Jozef en Maria en hun baby kunnen ontdekken in de drukte bij een rivierovergang in De Vlucht naar Egypte van Joachim Beuckelaar (1533-1575). Wie hen vindt, ziet hoe liefdevol Maria en het Kindeke elkaar aankijken. Ze gaan niet alleen in elkaar op, maar vallen ook niet op in het geharrewar om hen heen.
Detail met de Heilige Familie uit De Vlucht naar Egypte, Joachim Beuckelaar, 1563.
Het religieuze thema lijkt bijna verdwaald in het landschap. Hetzelfde zien we bij De Reis van Tobias door Joos de Momper II. De Momper (1664-1635) was net als de oude Bruegel in Italië geweest. Dit panoramische berglandschap met een vrij hoge horizon (specialiteit van De Momper II) met links een rotsformatie en een kasteel is waarschijnlijk zoals gebruikelijk samengesteld uit een aantal schetsen en zijn fantasie. Als je niet oppast, mis je op de kruising de 2 figuren waar het echt om gaat: de aartsengel Gabriël en Tobias. Katholieken herkenden meteen het verhaal van de zoon die op weg wordt gestuurd om de schat van zijn vader te zoeken en die vindt dankzij het gezelschap van Gabriël.
De Reis van Tobias, Joos de Momper II.
Als je de tijd neemt om dit werk goed te bekijken, ben je waarschijnlijk, net als ik, verbaasd over de bijzondere details en de precisie waarmee De Momper ons het landschap invoert. Kleine lichtaccenten op de kam van een berghelling en witte puntjes op de bladeren brengen beweging in het schilderij.
Detail: De Reis van Tobias, Joos de Momper II.
Detail De Reis van Tobias ( met de aartsengel Gabriël en Tobias) Joos de Momper II.
De Binnentuin
Dit was het studievertrek van Rockox. Uit deze kamer liep hij naar zijn tuin in de binnenplaats. Rockox correspondeerde met botanisten in heel Europa en liet bijzondere planten opsturen die hij in zijn tuin plantte en bestudeerde. De huidige binnenplaats wordt weer als tuin gebruikt.
De binnenplaats, winter, december 2018.
Twashuys
Verder doorlopen was voor hem niet aan de orde. Voor ons wel, want na de passage langs de tuin komen we in Twashuys. Daar hangen nu de schilderijen die het museum samenvat als Vermaak en Vertier.
Zaaloverzicht 2018 Boven, Dorpsfeest, David Teniers II, linksonder; Vlaamse kermis, Hans Bol, en rechts: De Meir in Antwerpen, Erasmus de Bie, 1640.
Het vermaak en vertier zie je bijvoorbeeld in het werk van Hans Bol en David Teniers II. Zij zetten de traditie van Pieter Bruegel de Oude verder. Bol (1534-1593) was waarschijnlijk protestant geworden en vluchtte op late leeftijd uit Mechelen naar Antwerpen en vervolgens naar Amsterdam. Naast Bijbelse taferelen maakte hij veel genrestukken, schilderijen die aspecten van het dagelijkse leven laten zien. In navolging van Bruegel, die dorpstaferelen schilderde en daardoor ook wel ‘Boerenbruegel’ werd genoemd, wordt het leven op het platteland een eigen genre. Dat leidde vooral tot vrolijke taferelen. Hier hangt van Bol een dorpskermis, een Vlaamse kermis, met alles er op en er aan: de processie bij de kerk, gezelschappen op paardenkarren, een doedelzakspeler met een rondedans, spelende kinderen en dronkaards. De notabelen staan in een aparte groepjes.
Ook de grootste Vlaamse genreschilder, David Teniers de Jonge (1610-1690), schilderde dorpsfeesten. Teniers hoorde net als Rubens en Snyders bij de Antwerpse elite. Hij trouwde met de dochter van Jan Brueghel, Peter Paul Rubens was hun getuige. Hij werd hofschilder bij de aartshertog in Brussel. Teniers was ook de schilder van ‘de boerenbuiten’ zoals dat in het Vlaams heet, en van taferelen in tavernes en drukke keukens. Hoe is dat te rijmen? Hoe gek het ook klinkt, mogelijk had dat te maken met het ideaal van het humanisme. Die streefden een encyclopedische kennis na, niet alleen van de klassieke kunsten en literatuur, waarin ook de eigen volkse gebruiken en gewoonten interessant waren.
Dorpsfeest, David Teniers II.
Vermaak, maar ook lering zoals in de Nederlandse Spreekwoorden van Brueghel. De originele titel van dit schilderij, geschilderd door Pieter Bruegel de Oude in 1559, was De dwaasheid van de wereld. Het schilderij is een wirwar van activiteiten. Links tegen een muur hangt de wereld inderdaad op zijn kop en erboven zit een man die ‘op de wereld schijt’. Zo zijn er nog een 120-tal andere spreekwoorden. Ze worden allemaal van tekst en uitleg voorzien. Van dit schilderij zijn diverse kopieën gemaakt, vooral door zijn zoon Pieter Brueghel de Jonge, maar dit is wel een erg mooi exemplaar.
Na de voorraadkamer en de keuken, waar enkele tekeningen van Jordaens en een groot wildstilleven van Snyders hangen, gaan we terug naar de hal en vandaar steken we door naar het Snijdershuis.
Frans Snijders & het Snijdershuis
Sinds 2018 is het pand naast het Rockox huis bij het museum getrokken. Frans Snijders (1579-1657) woonde twintig jaar naast Nicolaas Rockox. Zijn woning naast een van de belangrijkste Antwerpse burgemeesters geeft de sociale status van Snijders aan. Net als Peter Paul Rubens ontwierp ook Snijders zijn eigen werkpaleis, wel iets minder koninklijk.
Snijders is de grote dierenschilder uit de 17e-eeuw.
Frans Snijders, naar Antoon van Dijck, 1620.
Naast jachttaferelen maakte hij vooral stillevens, al of niet met dode dieren en markttaferelen. Snijders werd door andere schilders, onder meer Rubens, Jordaens en Jan Brueghel, gevraagd als er dieren nodig waren op een schilderij. Van Rubens is bekend dat hij Snijders zo vertrouwde dat slechts een omschrijving van het onderwerp genoeg was. Snijders vulde zelfs zonder schets van de meester het gevraagde in.
Hier zijn twee grote kamers, beneden en boven, met kunst waar je van moet houden. De schilderijen zijn overwegend jachttaferelen en wildkeukens, niet bedoeld voor vegetariërs en dierenvrienden, maar om de rijkdom van de eigenaren te onderstrepen. Er is een overdaad aan eten en er zijn jachttaferelen, een adellijk privilege.
Wie dit wat veel van het goede vindt, kan misschien direct doorlopen naar de Voorcamer aende straete. Daar klinkt muziek en staan, onder het familieportret van de Duarte familie, een aantal 17e-eeuwse muziekinstrumenten. Het schilderij met de musicerende familie hangt aan de muur, de instrumenten (luit, viool, spinet, de virginaal en de klavecimbel) staan erbij.
In de Voorcamer aende straete.
De familie Duarte vluchtte rond 1570 uit Portugal en bouwde in Antwerpen een uiterst succesvolle handel in juwelen en edelstenen op. Als conversos (tot het katholicisme bekeerde joden) voelden ze zich hier veiliger. Bovendien floreerde de handel in juwelen en edelstenen in deze ongelofelijk rijke stad met haar verfijnd vertier. Gaspar Duarte I, de tweede generatie, liet aan de Meir, niet ver hier vandaan, een riant paleis bouwen. Dat paleis werd in die tijd ‘de Antwerpse Parnas’, genoemd, een verwijzing naar de Parnassusberg uit de Oudheid waar de muzen verbleven. Muziek was zijn grote liefde. In 2 zalen wordt naar de geschiedenis van de Duartes verwezen door een mooie luchtige opstelling van oude muziekinstrumenten en schilderijen uit de 17e eeuw. Wie wil kan er muziek uit de tijd bij aanzetten.
Portret van een muzikale familie (Familie Duarte), atelier Ganzales Coques, 1653.
Neercamer
Beneden in het vroegere huis van Snijders, rechts van de ingang, is de Neercamer. Hier gaat het om jacht en visvangst. Er hangt de uitgestalde jachtbuit, maar ook een jachttafereel, het toch wel gruwelijke Jacht op een everzwijn. Net als De Nachtwacht in het Rijksmuseum is het van verre zichtbaar en trekt het alle aandacht. Een everzwijn verdedigt zich wanhopig tegen een tiental bloeddorstige honden die het zwijn van alle kanten met scherpe tanden aanvallen. Dit soort jachttaferelen maakte Snyders op latere leeftijd. Hij begon zijn loopbaan met stillevens die in de rijke interieurs van de patriciërs de veelheid van lekkernijen die ze zich konden veroorloven, lieten zien. Maar ook op deze stillevens ontbraken de geslachte dieren niet, klaar voor bereiding in de keuken.
Zaaloverzicht 2018, De Neercamer met links: Voorraadkamer met wildbuit, Frans Snijders, daarnaast een Jachtbuit van zijn leerling Joannes Fijt en in de achterkamer het enorme Jacht op het Everzwijn van Snijders.
Bovencamer
De Bovencamer is lieflijker: veel vogels, bloemen en vruchten. Enkele schilderijen zijn van Snijders maar er hangen de meesters van twee nieuwe genres: de markttaferelen en de stillevens. De trendsetter van de mark taferelen was Joachim Beuckelaer. Op het grote schilderij van de Groentenverkoopster zie je niet alleen de groenten en het wild maar ook opmerkelijke genoeg een marktkoopman die kennelijk zijn hand in de boezem van de vrouw wil gaan steken. Een ‘me too’ of een liefdesscène?
Links: Groentenverkoopster, Joachim Beuckelaar, Linksonder een stilleven van Osias Beert I en rechtsonder een groot stilleven van Frans Snijders.
Beuckelaer (1533-1575) maakte samen met zijn oom Pieter Aertsen als eerste grote keukens: voorstellingen met mensen en allerlei etenswaar uit de voorraadkamer die worden gebruikt bij de bereiding van maaltijden. Het echte stilleven, zonder levende mensen dus, werd rond 1600 in Antwerpen ontwikkeld door verschillende schilders zoals Osias Beert, Clara Peeters, Jan Brueghel de Oude en ook Frans Snijders. Ze hangen hier bijeen. Het zijn ‘verstilde levens’ die door hun prachtig geschilderde versheid en frisheid de indruk geven nog maar net verstild te zijn: net geplukt, geschoten of gevangen. De mooie belichting van de vruchten vaak tegen een donkere achtergrond laat de rijkdom van de patriciërs goed uitkomen.
De stillevens die vervolgens in de Noordelijke Nederlanden worden geschilderd, krijgen, anders dan in Antwerpen, extra elementen met een moralistische betekenis. Het kan wel om dure spullen gaan, maar bedenk dat die vergankelijk zijn. Er liggen wat minder verse groenten en fruit, meer insecten die voor rot zorgen, er staat breekbaar glas, een zandloper, een kaarsstompje en er ligt soms zelfs een schedel. Memento Mori, gedenk te sterven!
Vogelconcert
In die tijd ontstond in Antwerpen een apart genre: het vogelconcert. Frans Snijders, diens zwager PauL De Vos en Joannes Fijt brachten een grote variatie van vogels bijeen op de takken van een boom of struik: Vlaamse gaai, papegaai, uil, pauw, reiger, toekan, haan, enz.
Zaaloverzicht 2018 met links het Grote Vogelconcert van Paul de Vos, en daarnaast een Vogelconcert van Johannes Fijt. Er boven hangen Vechtende Hanen van Snijders.
Op de schilderijen zie je ook wel een concertmeester en een weggewaaide partituur, maar het concert zal uiteindelijk nooit meer geweest zijn dan gekrijs en geroep. De meeste vogels zijn niet wat men zangvogels noemt. In de Noordelijke Nederlanden zouden twee schilders van Vlaamse oorsprong, Roelant Savery en Melchior d’Hondecoeter, de laatste samen met zijn neef Jan Weenix, dit genre verder ontwikkelen.
N.B.
Voor de bezoekersinformatie van het Rockox huis krijg je een tablet mee. Er is er ook een kleine en goede gids in het museum te koop, bovendien staat er allerlei duidelijke informatie op de website van Snijders Rockoxhuis. Zo geven ze 2 mooie wandelingen door Antwerpen met goede historische uitleg die je kunt downloaden:
Rockox tuinwandeling voor mobiel: https://www.snijdersrockoxhuis.be/images/downloads/Rockoxhuis_Stadswandeling_Mobile.pdf
Snijders wandeling: https://www.snijdersrockoxhuis.be/images/downloads/Op-pad-met-Frans-Snijders.pdf
op onze website worden een aantal van de kerken die je tijdens de wandelingen kunt bezoeken, ook beschreven: Zie Antwerpen etc. de Rubens kerken
Informatie en voorzieningen | |
---|---|
Museum Snijders&Rockoxhuis In de Voorzieningen van buitenlandse musea staat alleen praktische informatie. | |
bereikbaarheid | |
Vanuit het CS in Antwerpen is het een minuut of 20 lopen. Overal in Antwerpen staan huurfietsen info en tarieven https://www.velo-antwerpen.be/nl/tarieven | |
collectie informatie | |
de folder is vervangen door een tablet met goede informatie | |
presentatie collectie vrolijk en goed doordacht | |
route informatie opletten, maar is niet moeilijk | |
digitaal - app Tablet wordt bij de balie aan de bezoeker gegeven | |
Restaurant | |
Het museum heeft geen restaurant. |
Geef een reactie