Leiden, De Lakenhal
Zuid-Holland
Jonge Rembrandt, rijzende ster
In de herfst en winter van 2019 hoopten we dat er misschien wel een nieuwe trend in de tentoonstellingswereld begon: de eigen collectie als uitgangspunt van tijdelijke exposities. Het Kröller Müller museum maakte dat jaar twee spannende tentoonstellingen rondom het eigen bezit; het Haagse Kunstmuseum, voorheen Gemeentemuseum, bracht een prachtige Monet tentoonstelling met als aanleiding hun eigen Blauwe Regen (zie de bespreking op onze site onder aan het stuk over het Kunstmuseum). Nu heeft ook de Lakenhal in Leiden een top tentoonstelling rondom de eerste 10 jaar van Rembrandts carrière: Rembrandt Rising Star, (Waarom hij geen rijzende ster mag zijn, is me een raadsel.)
De Lakenhal, die zich dit jaar bij de heropening uitdrukkelijk presenteerde als een collectiemuseum, sluit het Rembrandt jaar 2019, zijn 350ste sterfdag, af. De aanleiding zijn dan ook de twee Rembrandt schilderijen uit het eigen bezit.
Nieuwe ontdekkingen
Tijdens het onderzoek ter voorbereiding zijn toch nog verrassende ontdekkingen gedaan: Rembrandt schreef zich in 1620 aan de Leidse Universiteit in en nogmaals in 1622. Het oude vermoeden dat hij alleen maar stond ingeschreven om de belasting op bier voor zijn Leidse familie te ontlopen, wordt ontkracht. Die inschrijving onderstreept zijn belangstelling voor de “historie” verhalen die in de bibliotheek te vinden waren. Historische verhalen ging in die tijd niet alleen over geschiedenis, maar ook de verhalen uit de Bijbel, en juist uit de Griekse en Romeinse mythologie. Die kennis zal hem later voortdurend van pas komen.
De Roof van Europa, 1632, The J. Paul Getty Museum, Los Angeles.
De ontwikkeling die Rembrandt in de eerste tien jaar 1624-1634 voor zijn vertrek naar Amsterdam doormaakt is opzienbarend. Hij zoekt en vindt oplossingen buiten de bestaande traditie. We zien een jonge schilder die barst van de ambitie en van alles probeert, nogmaals probeert, mislukt en laat vallen en een andere weg inslaat. Hij leert van anderen, misschien het meest uit de concurrentie met zijn vriend Jan Lievens. Het is een lang proces dat, voor wie goed kijkt, goed is te volgen. Bij zijn komst in Amsterdam werd hij nog niet zo gewaardeerd, blijkt wellicht uit het contract dat Rembrandt in 1631 met de Amsterdamse handelaar Hendrik van Uylenburgh zal afsluiten. Daar moet hij zelf 1000 gulden investeren, een fikse som geld. Zo verkleint Van Uylenburgh zijn eventuele verlies als deze ‘rijzende ster’, toch niet zijn belofte waar zal maken.
Nog interessanter is de ontwikkeling van Rembrandts Leidse atelier dat tijdens de eerste jaren in Amsterdam bleef bestaan. Door het onderzoek wordt vermoed dat Rembrandts belangrijkste Leidse leerling, Gerrit Dou, 1613-1675, hier waarschijnlijk de leiding behield. Hij zorgde voor de afwerking van opdrachten en ook kopieën naar het werk van Rembrandt. Per boot reisden Rembrandt, Dou en een andere leerling, Isaac de Jourdeville, 1612-1645 waarschijnlijk tussen Amsterdam en Leiden. Onder aan dit artikel staat in EXTRA nog een opmerking over het atelier.
Eigen collectie
Rembrandt schilderde in het Leidse atelier de twee werken uit de collectie van de Lakenhal die het uitgangspunt van deze tentoonstelling zijn: De Brillenverkoper in 1624 en het Historiestuk in 1626. Het laatste schilderij is overigens een langdurig bruikleen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
De Brillenverkoper, Rembrandt, ca 1624.
De Brillenverkoper, een klein paneeltje, komt uit een reeks schilderijtjes over de vijf zintuigen van het gezicht: horen, kijken, ruiken, voelen en de smaak. In de zeer goede en uitgebreide catalogus wordt de groep en hun geschiedenis gedetailleerd beschreven.
Historiestuk met zelfportret van de schilder, 1626, Museum de Lakenhal, langdurig bruikleen Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Zowel in de Brillenverkoper als ook in het grote Historiestuk zijn zowel invloeden op Rembrandts werk uit die tijd, als ook zijn eigenzinnigheid te herkennen.
Wie na afloop van deze tijdelijke tentoonstelling op 10 februari 2020 meer over deze twee werken uit de collectie van het Museum de Lakenhal wil weten, kan dan deze gedegen en uitgebreide catalogus raadplegen.
De tentoonstelling is wonderschoon ingericht, met veel ruimte tussen de werken en mooie combinaties van schilderijen en werk op papier. Het is een thematische tentoonstelling waardoor de schilderijen in een breed kader krijgen. Het gaat, hoewel je dat uit de titel zou kunnen afleiden, om meer dan alleen de verbazing over het talent van de jonge Rembrandt, de Leidse rijzende ster uit de 17e-eeuw. Naast zijn schilderijen hangt er ook werk op papier, grafiek en tekeningen. Bovendien hangt er ook werk van andere Leidse kunstenaars uit zijn tijd, leermeester, collega’s en leerlingen zoals: Pieter Lastman, Jacob van Swanenburg, Jan Lievens en Gerrit Dou.
EXTRA Twee prachtige verrassingen:
Het schilderij Geleerde in zijn studeervertrek, uit 1628-1630, is waarschijnlijk door een leerling gemaakt in Rembrandts Leidse atelier. Qua onderwerp en uitwerking past het precies in de periode dat Rembrandt de kleuren in zijn schilderijen terugbracht en hij het effect van licht op voorwerpen en of ruimtes onderzocht, clair obscure. Het thema van een man in zijn werkkamer hoorde, sinds de beroemde gravure uit 1554 van Dürer met de Heilige Hieronymus in zijn studeervertrek, bij de canon van geleerd en kunstzinnig Europa.
Geleerde in zijn studeervertrek, navolger van Rembrandt, 1628-1630, National Gallery Londen.
Net als bij Dürer valt het licht hier schuin van linksboven door een hoog raam. De geleerde zit, in tegenstelling tot Dürers Hieronymus, echter anoniem in de schaduw. De man is ook niet het onderwerp. Hier wordt het effect van zonlicht op de omgeving onderzocht, van de sponningen in het raam tot aan de verschillende weerspiegelingen door een openstaand raam, of door het glas op de muur. Welke punten lichten nog op in de schaduw en hoeveel nuances wit krijgt een muur in het zonlicht?
Detail: Geleerde in zijn studeervertrek, navolger van Rembrandt, 1628-1630.
Let vooral op de manier hoe, bijna achteloos met de harde achterkant van het penseel, de scheuren in de muur en de overgang tussen spanning en muur en vooral ook het scharnier van het open raam zijn neergezet. Die techniek kennen we van Rembrandt als hij even door de natte verf krast om de daaronder liggende, anders gekleurde verflaag te gebruiken, bijvoorbeeld in de krullen van zijn vele zelfportretten.
Detail: Geleerde in zijn studeervertrek, navolger van Rembrandt, 1628-1630, National Gallery Londen.
De hoge kwaliteit van dit werk geeft aan hoe goed Rembrandts leerlingen waren. Het zou goed mogelijk kunnen zijn dat het fijngeschilderde stilleven aan de rechterkant van het paneel van Gerrit Dou is. Dou, was in Leiden Rembrandts belangrijkste leerling. Hij werd later wereldberoemd als de beste Leidse fijnschilder. Fijnschilderen is zo geschilderd dat je geen penseelstreek kunt zien, als een foto zouden wij nu zeggen. Deze twee technieken -het robuuste bijna improviserend schilderen en het uiterst preciese fijnschilderen- komen we vaker in deze tijd in Rembrandts werk tegen. Kennelijk was dit zo geliefd dat het ook in atelier schilderijen werd toegepast.
Detail: Geleerde in zijn studeervertrek, navolger van Rembrandt, 1628-1630.
De andere mooie verrassing vond ik de tekening van zijn vader: door de uitgebreide studie is vast komen te staan dat Rembrandt tenminste in 1625 en in 1630, het sterfjaar van Harmen Gerritszoon van Rijn, hier aan heeft gewerkt. De laatste keer was in1630. Zijn vader stierf dat jaar in april. In die tijd, 1625, tekende Rembrandt wel meer modellen met gesloten ogen. Vermoedelijk zijn het studies voor Bijbels figuren.
Portret van een oude man (Rembrandts vader) 1625 -1630, Ashmolean Museum, University of Oxford
Op de site staan twee stukken over Museum de Lakenhal:
1. over de voorbeeldige verbouwing en nieuwbouw van het museum:
De renovatie van Museum De Lakenhal
2 over de collectie:
De collectie van Museum De Lakenhal
De Voorzieningen staan bij nr 2: De collectie van Museum De Lakenhal
Informatie en voorzieningen |
---|
Museum De Lakenhal Oude Singel 32, 2312 RA Leiden T 071-5165360 |
Geef een reactie