Op weg naar de kunst

Bestel hier onze: Gids naar Nederlandse musea Op weg naar de kunst

bespreekt de eigen collectie van musea in Nederland en elders.

Heino, Het Nijenhuis

Persoonlijk, onpersoonlijk, toch bizonder
Een kasteeltje tussen bos en beemd, beelden rondom en mooi weer. Dit klinkt toch als een ideaal doel voor een uitstapje? Ik ga dan ook al jaren met enige regelmaat naar het kleine museum in Heino. De eerste keer, toen ik nog voor Het Financieële Dagblad werkte, reisde ik er met de trein naar toe. Het was nog mogelijk op de kleine camping vlakbij het stationnetje een fiets te huren. Dat gaat nu niet meer zo makkelijk, Heino kent de OV fiets nog niet en de camping is weg. Maar het is een mooie wandeling van een klein half uur, voor wie het er voorover heeft.

Het is nog steeds de moeite waard naar Het Nijenhuis te gaan. Dus op weg met de auto. De collectie die hier ooit werd ondergebracht, is verzameld door Dirk Hannema, (1895 – 1984) Het is zo’n typisch kunstverhaal. Enerzijds zet Hannema’s geschiedenis de reputatie van kunsthistorici behoorlijk op de tocht, anderzijds is zijn bezetenheid van en met beeldende kunst de oorzaak van een grote collectie die gedeeltelijk in Heino wordt getoond en waarin een aantal mooie en bizondere kunstwerken zitten.

Hannema was ooit gevierd: hij kocht door snel handelen en goede contacten in de financiële wereld voor het Rotterdamse Boymans een plotseling opgedoken onbekende Vermeer. Hij zette door deze aankoop en veel andere kunstwerken die hij voor het museum verzamelde, het Boymans ‘op de kaart’ zoals dat heet. Hij was bevriend met menige havenbaron en Rotterdamse notabelen;  zij financierden zijn voorstellen, of kochten voor hun eigen verzameling, maar gaven zo’n werk vervolgens in bruikleen aan het museum.

Hannema, Vermeer en Van Meegeren
Eerst maar eens de Vermeer: in 1937 kwam er in Parijs een onbekende Vermeer op de markt. Kenners uit binnen- en buitenland, zoals Bredius, waren overtuigd dat dit schilderij, de Emmaüsgangers, de missende schakel was in het werk van Johannes Vermeer. Tegenwoordig kunnen schilderijen tot op microniveau worden getoetst op hun authenticiteit: draden van het linnen, moleculen uit de verf, alles wordt ontleed. Tot een jaar of twintig gelden speelde ‘het oog‘ van de kunsthistoricus de belangrijkste rol. De mening van een gerespecteerd kunsthistoricus met een ‘goed oog’ gaf altijd de doorslag. Hannema, zo wist iedereen, had al op zijn veertiende een schilderijtje van Jongkind in een rommelwinkel ontdekt.

Emmaüsgangers, Han van Meegeren, van de website van Museum Boijmans van Beuningen Emmaüsgangers, Han van Meegeren, van de website van Museum Boijmans van Beuningen

Door snel te reageren kreeg Hannema, nog vóór het Rijksmuseum, genoeg geld bij elkaar om het werk te kunnen kopen. Zijn museum werd overal geprezen, het schilderij hoorde meteen bij de topstukken van de Nederlandse kunst, de dichter P.C. Boutens schreef er een gedicht over.

De tweede smet was zijn gedrag tijdens de bezetting. Hannema bleef in functie om, zo zei hij later, ‘zijn museum’ te beschermen. Hoewel hij weer wel een rol speelde in de verkoop van de Koenig kunstverzameling uit het Boymans naar Duitsland. Hij werd lid van de Kul­tur­kammer en zelfs de Gemachtigde van Mussert voor het Mu­seumwe­zen. Want hij meende zo ook de voormalige Koninklijke Verzamelingen te kunnen beschermen. Na de oorlog werden deze activiteiten niet gewaardeerd. Ondanks de verklaringen van Joodse en niet-Joodse medewerkers van het museum dat Hannema hen had geholpen, werd hij acht maanden geïnterneerd en moest hij weg als directeur van het museum.

De aankoop van Vermeers Emmaüsgangers kreeg een onverwachte afloop. Na de oorlog dook Han van Meegeren op die meldde dat hij de maker was van de Emmaüsgangers. Mijn vader, indertijd werkzaam bij het Militair Gezag, onderzocht financiële collaborateurs en kwam bij Van Meegeren omdat die kunst aan de Duitsers had verkocht. Al vrij snel probeerde de schilder zijn rol van kunstverkoper om te draaien in actief verzet: want hij had de Duitsers toch menig door hem zelf vervalst schilderij door de strot geduwd. Dat was pas wat! De collaborateur veranderde inderdaad in een slimme verzetsheld. Alleen bleek dat hij ook anderen in de maling had genomen, niet alleen Duitsers. Nu hij toch bezig was, claimde Van Meegeren dat ook het nieuwe nationale pronkstuk, de Emmaüsgangers, door hem was gemaakt. Om zijn kennis en kwaliteit te bewijzen maakte hij in het kantoor van mijn vader een nieuw ‘oud’ schilderij. Uiteindelijk overleed Van Meegeren aan een hartinfarct en Hannema’s reputatie was vernield. Vreemd genoeg werd er niet al te veel aandacht besteed aan al die andere juichende kunsthistorici die indertijd de Emmaüsgangers ook als een authentieke Vermeer hadden toegejuicht.
Door deze fout en zijn gedrag in de oorlog kon Hannema niet meer terugkomen in Rotterdam.

Eigen collectie
Hannema is tot aan zijn dood blijven verzamelen. Als hij in 1957 naar het Nijenhuis verhuist, richt hij de Hannema de Stuers Fundatie op, waarin hij zijn enorme collectie van uiteindelijk meer dan 3000 stuks onderbracht. Zijn moeder was een De Stuers. Hannema breidde zijn verzameling  uit met verschillende andere gelega­teerde collecties. Het belangrijkste legaat met veel Belgische Expressionisten en zes beelden van Ossip Zadkine, komt van het echtpaar De Graaff-Ba­chiene.

Een zaal op de begane grond
Een zaal op de begane grond, 2016

Tijdens zijn leven was het kas­teeltje Nijenhuis alleen op schriftelijk verzoek en door Hannema’s  begeleid te bezichtigen. Na zijn dood ging het kunstbezit eerst naar zijn hond en vervolgens naar de Provincie Overijssel. In 1994 opende in Zwolle de Fundatie met een deel van de collectie en in Het Nijenhuis was een ander deel ondergebracht.


Zaal in 2018 met een hangende sculptuur zonder titel van Heringa/ Van Kalsbeek, 2009

Dit kasteeltje had altijd een huiselijk karakter. Het interieur zag eruit alsof het fami­liebezit eeuwen lang zorg­vul­dig was bewaard. Maar alles, de meu­bels, tekenin­gen, gravures, muurbespanningen, ceramiek, schilderijen en snuis­terijen uit ver­schillende periodes, werden door Hannema bijeengebracht. Hij vond alles op vei­lingen, in bric a brac winkels, bij kunstenaars en in de kunsthandel. Hij koos uit de collectie van zijn ouders en bevriende connecties. Hannema bezocht in zijn jeugd samen met zijn moeder, net als Helene Kröller-Müller de lessen van H.P. Bremmer. (Zie ook Op Weg over Bremmer en Kröller Müller )  De oorspronkelijke inrichting van het Nijenhuis is dus eigenlijk net als de collectie van Kröller Müller nog door Bremmer beïnvloed.
Tegenwoordig is daar weinig van terug te zien, althans je moet wel heel hoed op de kaartjes letten om te zien dat het kunstwerk ook echt uit door Hannema is verzameld. Het Nijenhuis is meer een oud gebouw met een collectie zonder dat zijn bizondere smaak is terug te vinden. Het is ingericht zoals meer historische gebouwen met een mix van modern, bijvoorbeeld grote schilderijen van Jan Cremer, een tafel van Jan Fabre, werk van Jeroen Krabbé en stukken uit de collectie Hannema. Maar het excentrieke en de brede manier van kunst benaderen die Hannema toch zeer kenmerkt, is weggesmolten. Op een enkel muziekinstrument, of servieskast zijn alle persoonlijke snuisterijen weg. Juist die onbelangrijke spulletjes zouden in combinatie met zijn collectie het oude huis extra schwung en ambiance geven. Zo had Hannema het bedacht en zo was het ook enige tijd ingericht. Sinds de winter van 2018 is de Hannema ambiance iets beter te zien ter gelegenheid van de presentatie van de nieuwe biografie die Prof. Dr. W.E. Krul over Hannema’s leven maakte: Hannema: museumdirecteur. Delen uit de oorspronkelijke collectie zijn voorlopig terug in het Nijenhuis.
Toch zouden huis en collectie interessanter worden door ook in de zalen meer focus op het wonderlijke leven en karakter van Hannema brengen. Ik kan me mooie virtuele oplossingen voorstellen, maar het zou al helpen een goede film over Hannema’s leven en brede collectie te laten zien. Dat beeldmateriaal staat gedeeltelijk al op de website.

Een van de zalen met een tafel van Jan Fabre: Tafel voor Ridders van de Wanhoop (VERZET), 2006
Een van de zalen met een tafel van Jan Fabre: Tafel voor Ridders van de Wanhoop (VERZET), 2006

Ik begrijp dat de Fundatie in Zwolle het leuker vindt in hun gebouw Hannema’s Picabia en Turner te exposeren, maar het zou de ambiance in het kasteel goed doen als er meer van de beste werken die Hannema verzamelde hier te zien zijn. Er is ook geen verwijzing naar Van Goghs, Gezicht op Moulin de la Galette, uit 1886, een aankoop waarvan Hannema ook zei dat het een authentiek werk  was. Dit werd wel door het Van Goghmuseum in 2010 bevestigd. Wel zien we in het Nijenhuis de schilderijen waarvan Hannema claimde dat ze van Vermeer zijn. Bij geen van de werken is dit door geen onderzoek bevestigd. Inmiddels is een deel zelfs aan andere kunstenaars toegewezen, zoals dit portret van een onbekende familie geschilderd door Jürgen Ovens, een relatief onbekende Duitse schilder uit het midden van de zeventiende eeuw.


Portret van een echtpaar met twee kinderen, Jürgen Ovens, ca 1656-1657

Er hing enige tijd een schilderij van Han van Meegeren uit het bezit van het Rijk in Heino.


Christus en de overspelige vrouw, Han van Meegeren, collectie Rijksmuseum.

Kasteel Het Nijenhuis is een bizondere locatie, het is jammer dat Hannema’s inrichting en atmosfeer vrijwel volledig is verdwenen. Wat er nu nog staat heeft geen onderling verband, zo krijg ik het gevoel dat zijn collectie postuum toch het stempel ‘fout‘ heeft gekregen.

Beeldentuin
Na Dirk Hannema’s dood werd zijn neef, Victor Gatacee, van 1985 tot 1991 directeur. Hij liet vooral de tuinen opknappen. De buitenboel was nogal verwilderd. Tegenwoordig is het gedeeltelijk classicistisch park een beeldentuin met een overzicht van beeldhouwkunst, vooral uit de tweede helft van de vorige eeuw en een enkel ouder stuk.

 

Tussen de ruim negentig beelden staan een aantal hele grote. Ze werden gekocht door de Provincie Overijssel en Mojo Concerts de organisatie van Lowlands. Dat verklaart het formaat want de beelden moeten niet alleen drie dagen lang het muziekfestival in Biddinghuizen met duizenden bezoekers overleven, ze moeten daar ook nog eens opvallen.

Rawsome !, Ronald A. Westerhuis, 2011 stond op Lowlands in 2011, 2012 en 2013.
Rawsome !, Ronald A. Westerhuis, 2011 stond op Lowlands in 2011, 2012 en 2013

 

Detail Rawsome !
Detail Rawsome!

 


Mikkel, Tom Claasen, 2017, op Lowlands 2017. 2018 en 2019.

Museum Beelden aan Zee uit Scheveningen heeft een groot bruikleen voor de beeldentuin gegeven. Dit museum had lange tijd vooral een voorkeur voor mens-beelden. Waarschijnlijk komen die beelden dan ook uit hun collectie, maar dat is niet helemaal duidelijk. Een van de bekendste is ongetwijfeld Wilhelmina, uit 1968 van Charlotte van Pallandt. In de collectie zit een groot aantal (gipsen) voorstudies van beelden van Van Pallandt, waaronder een paar van dit werk. Het enorme beeld staat op een prachtige plek aan het einde van een pad.

Wilhelmina, Charlotte van Pallandt, 1968
Wilhelmina, Charlotte van Pallandt, 1968

De ruim negentig beelden sluiten aan bij de collectie van Hannema, omdat er net als door Hannema, niet voor actuele avant-garde wordt gekozen. De meeste beelden krijgen in een folder afzonderlijk een korte uitleg. Dat helpt, maar er is geen heldere indeling gemaakt waardoor het geheel wat vrijblijvend is. Ik vind het  onduidelijk waarom een hoofd van Zadkine naast twee vrijwel abstracte beelden van Hedwig Zweerus-Weber staat. Het is niet verkeerd, maar ze doen niets samen.

Monogram, 1975 (links) en Ronde Vorm, 1974 (rechts) Hedwig Zweerus-Weber; in het midden Grote Vrouwenkop, Zadkine, 1927
Monogram, 1975 (links) en Ronde Vorm, 1974 (rechts) Hedwig Zweerus-Weber; in het midden Grote Vrouwenkop, Zadkine, 1927

Het is jammer dat Zadkine’s houten ‘Lopende Diana’ uit 1939 uit de Hannema collectie niet in een zaal van het kasteel staat waar je de beeldentuin kunt zien.
Door het vakantiegevoel dat overheerst, is de beeldentuin plezierig om door te lopen. Met als leukste verrassing vlak voor de ingang van het kasteel het grote aandoenlijke bronzen beeld Pet of the year, van Joost van den Toorn.

Pet of the year, Joost van den Toorn, 1995
Pet of the year, Joost van den Toorn, 1995.

PS
Wie vooruit denkt, bestelt bij de boekhandel reeds voor feestdagen en verjaardagen voor de leukste familieleden, de beste vrienden en de aardigste buren onze:
Gids naar Nederlandse musea, Op weg naar de kunst,
Auteurs: Micky Piller en Kristoffel Lieten; Uitgever: Waanders in de Kunst.
Blijvend actueel door de QR-codes in het boek die verbinden met deze site voor commentaar en met de site van het museum voor informatie!

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Informatie en voorzieningen

Kasteel het Nijenhuis, Heino / Wijhe

t Nijenhuis 10, 8131 RD Heino/Wijhe; voor de auto-navigatie is het Wijhe
W Kasteel het Nijenhuis
T 0572 388188
di t/m zo 11.00-17.00 uur; actuele informatie op de website

bereikbaarheid
vrij moeilijk na het station Heino nog een fikse wandeling van ruim 20 min.
ruimschoots voor het museum, dan nog kleine wandeling
collectie informatie
folder beeldentuin beknopt en degelijk, maar zonder bruikleen vermelding,
zaalteksten helder
presentatie de collectie van Hannema is vrijwel niet meer aanwezig
route informatie - helder
digitaal - app niet aanwezig
vriendelijkheid
suppoosten
winkel
kinderactiviteiten
iin Het Nijenhuis niet gevonden, maar de beeldentuin is ook leuk voor kinderen
niet gevonden
museumwinkel
assortiment veel lokaal weinig kunst
kunstboeken
kinder-kunstboeken
grappige kleine cadeautjes vrijwel niet aanwezig
museumrestaurant
prijs/kwaliteit Karnemelk in een plastic bekertje en de broodjes waren slap
menu Iedere bezoeker heeft een reis gemaakt en verheugt zich op iets lekkers. Dat is er niet. De keuze is niet verrassend en beperkt.
wc
schoon later op de dag rommelig
makkelijk te vinden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.