Op weg naar de kunst

Bestel hier onze: Gids naar Nederlandse musea Op weg naar de kunst

bespreekt de eigen collectie van musea in Nederland en elders.

Otterlo, Het Kröller-Müller Museum 1

Van elite museum tot cultuur voor velen;
een particuliere collectie van ons allemaal
Het Kröller-Müller Museum speelt in mijn beroepskeuze een belangrijke rol. Toen ik dertien was, gingen we met een Britse vriend van mijn ouders naar het Kröller Müller om de schilderijen van Vincent Van Gogh te zien. Het Amsterdamse museum bestond nog niet. Van Gogh zal ik wel spannend hebben gevonden, maar ik was weg van ‘Ruiter en paard’ van Marino Marini. Een groot houten beeld van een gestileerd paard en ruiter met hier en daar wat schilfers kleur.
Ik was een paardenmeisje zoals alleen jonge pubers dat kunnen zijn. Mijn hart werd geraakt: als dit kunst kon zijn, dan wilde ik hier alles van weten. Dit begreep ik, dit kon ik navoelen. Veel later realiseerde ik me dat de emotie van het houten beeld me ontroerde. Twee jaar later ontdekte ik dat kunstgeschiedenis een vak is dat je kunt leren, studeren.

Ruiter en Paard, Marino Marini, 1951/55
Ruiter en Paard, Marino Marini, 1951/55

Na mijn studie werd ik gestimuleerd er over te schrijven. Bij het Dagblad De Tijd bofte ik met de twee hoofdredacteuren Herman van Run en Ton Cuppen, van beiden leerde ik veel. Mijn stukjes voor de krant werden met een rood potloodje nagekeken terwijl ik werd gevraagd waarom ik iets op die manier had opgeschreven. Inmiddels schrijf ik al weer vijftig jaar in verschillende functies over kunst en gelukkig is naast de kennis de emotie blijven bestaan, als ik die terugvind in een kunstwerk, is mijn dag goed. Dat gebeurt niet bij ieder museum- of galeriebezoek, maar toch wel zo vaak dat het vak, de musea en de kunst boeiend blijven.

Eigenlijk is Ruiter en Paard een vreemd beeld voor een paardenmeisje: het paard weigert, het staat pal, zijn ruiter hangt iets achterover met gespreide armen. Als het je overkomt dat een paard onverwachts en halsstarrig weigert, dan zit je slechts heel even met zulke triomfantelijk gespreide armen voordat je er mogelijk vanaf zakt. Maar dat was en is niet ter zake; dit is vooral een beeld dat de kracht van het beest weergeeft en een ruiter die daardoor overrompeld wordt. Waarschijnlijk sprak me dat aan. Hopelijk worden er nog steeds jonge mensen door Ruiter en Paard betoverd als ze het in die prachtige beeldenzaal bekijken.


Detail Ruiter en Paard, Marino Marini, 1951/55

Het beeld stond jarenlang goed zichtbaar in de verlaagde zaal voor het oude deel van het museum. In 2015 werd het tijdelijk vervangen door beelden van Barbara Hepworth, Henry Moore en Ossip Zadkine. Allemaal werk dat, behalve het beeld van Zadkine na de Tweede Wereldoorlog werd gemaakt. Het is bizonder dat alle beelden uit de eigen collectie komen. Dit ensemble sloot goed aan bij een tijdelijke tentoonstelling -november 2014 tot en met 17 april 2015-  met een overzicht van Hepworths beelden.Het is een prachtig voorbeeld van de meer klassieke interpretatie van een museale collectie: de tijdelijke tentoonstelling wordt verdiept door de eigen verzameling. En omgekeerd biedt een tijdelijke tentoonstelling de kans om de eigen collectie anders te laten zien, uitgebreider, andere combinaties etc.
“Mijn” ruiter verdween, door zo’n nieuwe opstelling kijk je ook opeens weer anders naar de collectie en het gebouw. Later kwam hij weer op zijn vertrouwde plek bij de ramen. Door zulke wissels blijft een herhaald bezoek aan een museum verrassend.

Structuur met opening en licht, Henry Moore,1967
Structuur met opening en licht, Henry Moore,1967

Pastorale, Barbara Hepworth, 1954
Pastorale, Barbara Hepworth, 1954

Door die wissel zag ik opeens weer hoe mooi deze lichte ruimte is en hoe belangrijk al die grote ramen zijn waardoor je het gevoel krijgt als het ware buiten te staan. (Beelden horen eigenlijk buiten. Dat gaat niet altijd omdat diezelfde natuur hen maar al te vaak beschadigt.) Hier is wel een ideale situatie ontstaan door al die ramen krijg je het gevoel buiten te staan. De grote beeldenzaal wordt bijna deel van het grote beeldenpark dat om het museum ligt. De overgang natuur-cultuur, of cultuur-natuur verloopt vrijwel ongemerkt. Als je buiten staat zie je de beelden binnen. Als je binnen bent, krijg je het gevoel dat de bomen dichtbij de beelden binnen staan.

Helene en Anton Kröller-Müller en Henk Bremmer
De collectie werd door Helene Kröller-Müller en haar man Anton Kröller-Müller tussen 1907 en 1928 bijeen gebracht. Zij was niet ‘een dame die aan kunst deed’, ze wist wat ze wilde samenbrengen. Sinds de winter van 1906 volgde ze lessen die Henk P. Bremmer al een tiental jaar aan groepjes welgestelde dames en heren gaf. Veel van zijn leerlingen gingen onder zijn invloed kunst kopen. Zij was een van de rijkste vrouwen van Nederland, en nadat het besluit was gevallen een verzameling op te bouwen, dit meteen groots aanpakte.
De Kröllers wilden de kunstwerken niet voor zichzelf houden. Hun horizon lag verder: ze besloten een eigen museum te stichten dat ooit aan de Nederlandse staat zou worden overgedragen! In eerste instantie wilden ze een gebouw in hun Wassenaarse achtertuin neerzetten. Later bedachten ze dat het in de natuur, een woestijn, weliswaar een Nederlandse woestijn, moest komen. Ze kochten dan ook in het hart van het land, bij Otterlo, een enorm terrein dat nu bekend staat als de Hoge Veluwe. Naast het museum werd het landschap aangepakt, werden romantische open plekken in het bos aangelegd en monumenten opgericht. Hoe natuurlijk die natuur er nu uitziet, indertijd is er nogal wat werk verzet om deze ‘ongereptheid’ op te bouwen. Er moet nog steeds hard worden gewerkt om het in stand te houden.


Op weg naar het museum, 2018.

Het gebouw
 Ik ken eigenlijk maar één andere vrouw die zo excessief doelgericht verzamelde en haar collectie in een nieuw gebouw onderbracht: de eveneens puissant rijke Isabella Gardner in Boston. Gardners museumgebouw, als ook de collectie, zijn echter veel traditioneler vergeleken met de verzameling van Helene Kröller-Müller.
Het museumgebouw is een ontwerp van de Belg Henry van de Velde, een van de architecten waarmee het echtpaar Kröller-Müller samenwerkte. Er zijn twee hele bizondere aspecten aan Het Kröller-Müller Museum. Toen, onder invloed van Bremmer het idee van een museale collectie ontstond, vonden Helene en Anton vrijwel meteen dat het uiteindelijk voor ons, “het volk”, zou moeten zijn. Hieruit volgde het besluit dat de collectie een belangrijke educatieve rol kreeg.  Bremmers gedachtegoed uit zijn lessen, boeken en een eigen tijdschrift zouden naast haar kunstbeschouwingen leidend blijven. (Bremmers idealen waren overigens ook een van de belangrijke ankers van het Haagse Kunstmuseum, voorheen Gemeentemuseum, dat in dezelfde tijd in oprichting was. De eerste directeur Van Gelder zag samen met architect Berlage het museum ook en vooral als een educatieve instelling: verheffing! Het sociale leven van de Kröller-Müllers was Haags.)

Kunsthistorische dwarsverbindingen
Bij het ontstaan van de collectie was Vincent van Gogh meteen een van de kunstenaars wiens werk werd gezocht. Over het algemeen spreken musea niet over hun uitgaven, maar in het Kröller-Müller Museum hing een paar jaar in de vaste opstelling een overzicht van het geld dat voor het werk van Vincent van Gogh is betaald. Zo kocht Helene Kröller-Müller in 1912 louter en alleen voor 32 schilderijen van Vincent van Gogh fl 209.537 en 30.000 Reichs Mark. (Tegenwoordig  2,5 miljoen euro, ze betaalde “slechts” € 80.000 per schilderij. In februari 2023 werd een studie van een Nuenense aardappel-eetster voor €5,5 miljoen geveild. Dit soort donkere studies zijn niet eens zo geliefd.) Daarnaast kocht Kröller Müller in 1912 ook nog andere kunst!


Een detail uit het overzicht met uitgaven voor het werk van Van Gogh

Het is bizonder dat Bremmer al zo vroeg de kwaliteit van Vincent van Gogh herkende. Vincents schoonzusje vroeg destijds vergeefs aan Van Riemsdijk, de directeur van het Rijksmuseum, of die een overzicht van het werk wilde tonen. Diens conservator, Speenhoff, was wel onder de indruk van Van Gogh en bracht de tijdelijke tentoonstelling onder bij de concurrent: het Stedelijk Museum in Amsterdam. Bremmer introduceerde Van Goghs werk bij zijn leerlingen, let wel dit zullen zwart wit foto’s zijn geweest!
Bremmer zocht naar emotie als een diepere laag achter alle kunst. Hierdoor legde hij verbanden tussen kunstwerken uit verschillende periodes en tradities. Helene Kröller-Müller verzamelde onder Bremmers bezielende leiding Europese kunst uit de 15e eeuw tot en met de 20ste eeuw naast oude kunst uit het verre oosten. Bremmer was de eerste die zo uitgebreid over kunsthistorische dwarsverbindingen nadacht.

Jarenlang was het oudste deel van het museum, het gebouw dat Henry van de Velde ontwierp, min of meer statisch ingericht. Tegenwoordig verandert zelfs de Van Gogh opstelling met enige regelmaat. Bekende, overbekende schilderijen als de Aardappeleters, Brug te Arles of La Berceuse zullen wel altijd zijn te zien. Door een verandering in de opstelling van vertrouwde kunstwerken verandert je beeld van een overbekend werk. Soms vallen nieuwe details op zoals de dik opgebouwde ring van Madame Roulin in La Berceuse.

Aardappeleters, 1885, foto van de website
Aardappeleters, Vincent van Gogh, 1885, foto van de website

Brug te Arles, 1888, beide van Vincent van Gogh
Brug te Arles, Vincent van Gogh, 1888

La Berceuse, Vincent van Gogh, 1889
La Berceuse, Vincent van Gogh, 1889

Helene’s tijd: Rondom 1900
Daarnaast verzamelden ze tijdgenoten zoals Jan Toorop en Johan Thorn Prikker; Floris Verster en vader en zoon Israëls. Het eerbetoon dat Charley Toorop, de dochter van Jan, tussen 1936 en 1938 van het echtpaar Bremmer maakte met ‘hun’ kunstenaars somt de hele groep Nederlanders op wiens werk was gekocht.

 Portretgroep van H.P.Bremmer en zijn vrouw met kunstenaars uit tijd, Charley Toorop. 1936 /38, foto van de website
Portretgroep van H.P.Bremmer en zijn vrouw met kunstenaars uit hun tijd, Charley Toorop. 1936 /38, foto van de website

Wie het oudste deel van de collectie bekijkt en ziet (op de bijschriften) wanneer die werken zijn gekocht, is verbaasd over de alertheid waarmee het koppel Kröller-Müller / Bremmer handelde. Net als Bremmers ging mevrouw Kröller-Müller op zoek naar de emotie achter het werk. Niet de uiterlijke vorm / stijl was belangrijk, maar de bron van waaruit de kunstenaar had gewerkt. Daardoor kocht ze schilderijen uit de 16e eeuw tot het, in haar tijd, aller-nieuwste: van Cranach tot Picasso.

Boeket, Odilon Redon, 1904
Boeket, Odilon Redon, 1904

Viool, Pablo, Picasso, 1911 /12
Viool, Pablo, Picasso, 1911 /12

De schilderijen en tekeningen van Vincent van Gogh vormen weliswaar het hart, maar nog steeds slechts een deel van de collectie. Zo kochten Bremmer en mevrouw Kröller-Müller op 13 en 14 april 1912 voor 60.000 gulden werk van Van Gogh, Seurat en Signac in Parijs. In dat jaar sloegen ze tijdens de veiling van de bizondere kunstcollectie van Cornelis Hoogendijk een andere grote slag door zestien werken aan te kopen: onder meer twee schilderijen van Vincent van Gogh, vier van Odilon Redon, Fantin Latour, Corot, Monticelli, Thorn Prikker en Daumier en een aantal van de vrij onbekende Symbolistische Waalse schilder Degouve de Nunques. (Gek genoeg lieten ze het werk van Cézanne lopen.)
Uit deze keuze spreekt niet alleen de invloed van Bremmer, maar ook de invloed van een groter idee dat rond 1900 in de Europese cultuur speelde: het herkennen van verwante zielen. Het oudste deel van de verzameling is rond dit thema opgebouwd en de eerste directeuren, Hammacher en Oxenaar, hielden zich aan dit adagium.
Ze verzamelden in die geest, een activiteit die eigenlijk niet door mevrouw was voorzien. Ze ging van het idee uit dat de collectie klaar was en zo moest het blijven. Een collectie die niet uitbreidt, verstoft letterlijk en figuurlijk. We mogen blij zijn dat mevrouw Kröller-Müller ons openbaar kunstbezit zo heeft verrijkt, maar ook dat de volgende directeuren zo eigenwijs waren dat ze wilden door verzamelen en in haar geest verder werkten: nieuw en oud combineerden.

Levende collectie
Dit kostte nogal wat moeite: de Nederlandse overheid vond uiteindelijk, zij het wat brommerig, goed dat er werd aangekocht. Via de aankoop van tekeningen en vervolgens beelden werd de collectie uitgebreid met een beeldenbos buiten en binnen en een verzameling kunst van na de Tweede Wereldoorlog. Van het beeldenpark  hebben we een afzonderlijk verhaal gemaakt, omdat het ver na de tijd van Helene Kröller Müller is ontstaan. Het Beeldenbos is inmiddels 25 hectare groot en wereldberoemd door de kwaliteit van de werken en hun bizondere ligging. Het is een tovertuin waarin je op zoek kunt gaan en bij ieder bezoek andere dingen beleeft omdat je telkens een andere weg kunt kiezen en daardoor de werken anders ziet.

Drijvende Sculptuur, Otterlo van Marta Pan, 1960 /61
Drijvende Sculptuur, Otterlo, Marta Pan, 1960 /61

Er is, met dank aan Helene Kröller-Müller en Henk Bremmer, een collectie ontstaan die uniek is. Hier beleef je naast de “verwante zielen” ook een ander idee, namelijk dat er inspiratie van de natuur uitgaat, dat de natuur de cultuur beïnvloedt. Het is zo’n beetje het laatste romantische gevoel: cultuur is een getemde, zelfs gesublimeerde vorm van onze natuurlijke impulsen / krachten.
Die idee dat de een niet zonder de ander bestaat, kunnen we in het museum en in het omringende natuurpark de Hoge Veluwe beleven. Wij vinden het dan ook het leukste de auto bij de ingang te parkeren en in ongeveer een half uurtje naar het museum te lopen. Je kunt daar ook een fiets nemen, want overal in het park staan witte fietsen, tegenwoordig met veilige kinderzitjes, die iedereen kan gebruiken. Met de fiets kom je in een minuut of tien bij de ingang naar het museum.

IMG_3210
De fietsen

Vervolgens neem je het lange pad langs Meneer Jacques, het beeld van Oswald Wenkebach, naar de entree. Tussen het museum en een bos ligt een grasveld met beelden: het begin van het beeldenpark.

Monsegneur jacques, otterlo
Meneer Jacques, Oswald Wenkebach, 1956

Ideaal museum
Toen ik in 1963 voor het eerst in Het Kröller-Müller kwam was het er rustig. Eigenlijk was het nog rustig toen ik in 1973 als kunstcriticus begon. Hoewel er een fameuze Van Gogh collectie hing werd het niet uitzonderlijk veel bezocht. Tegenwoordig is het verstandig in de stille maanden naar het museum te gaan: in januari en begin februari, misschien maart nog en dan weer in de tweede helft van oktober tot half december. Anders wil het nog wel eens heel vol zijn, zie de foto hieronder.

IMG_3278

 

Zomers buiten en ‘s winters binnen
Mijdt de vakantietijd zou ik zeggen, ga in ieder geval niet op zon- en feestdagen. Overal staan rijen: voor de kassa van het park; voor de zelfbediening in het hele kleine restaurant in de winter, of ’s zomers in de zelfbediening in de buitentent; bij de wc in het museum, in de leuke winkel en vooral ook voor de schilderijen en beelden binnen. Het leidt tot vreemde taferelen van ouders die hun kinderen zo lollig door een beeld fotograferen, of hun kind achter een klein torso van Ossip Zadkine laten staan, zodat het lijkt alsof het hoofd van het kind op dat geabstraheerde lijf past. Lolligheid met kunst kan een manier zijn om je een kunstwerk eigen te maken, of het de ideale manier is vraag ik me op zo’n middag af.

 Bij een beeld van Barbara Hepworth
Bij een beeld van Barbara Hepworth

 

Clementius, Ossip Zadkine,1941
Clementius, Ossip Zadkine,1941.

Als voormalige conservator educator kreeg ik meteen de neiging aan de ouders te vragen: waarom laat u hem nu zo met zijn hoofd staan? Wat ziet u, een mens, of zijn het vlakken waarvan je denkt dat het een mens is? Wat is er anders enzovoort, enzovoort. Het museum geeft voorlichting voor kinderen, die is vooral op de website te vinden: van geocoaching in het beeldenpark tot een dobbelspel en een speurspel waardoor gezinnen zoekend en vindend door de collectie kunnen gaan. Het wordt in het museum niet actief aangeboden, waardoor kinderen lawaaierig door de collectie banjeren. Er staat op de website van het museum wel een pagina voor ideeën om thuis mee aan de slag te gaan. Er is in het museum een ‘digitaal schilderspel’ ontwikkeld waarin iedereen een werk kan namaken.
Op de binnenplaats van het oude museum staat een mooi beeld om kinderen even goed te laten kijken: Opgaande en neergaande L, van Rickey uit 1981. De twee roestvrij stalen vormen bewegen tegendraads in de wind alsof een rechthoek uit elkaar valt en soms even samenkomt. Het is bizonder: licht, bewegelijk en kwetsbaar. Dit is de tweede Rickey in de collectie en een geschenk van de erfgenamen Sanders aan het museum ter nagedachtenis aan hun ouders die in hun leven al zo’n 150 werken aan het openbaar kunstbezit schonken.

Opgaande en neergaande L, Rickey, 1981
Opgaande en neergaande L, Rickey, 1981.

Steun aan de avant-garde
Het Kröller Müller museum en het park zijn een ideale eenheid waar niet alleen Van Gogh een belangrijke rol speelt. Er is aandacht voor andere Nederlandse kunstenaars die internationaal een rol speelden: Mondriaan en de Stijl zijn goed vertegenwoordigd. Ook daar werd er niet benauwd verzameld. Bovendien kreeg het museum in de loop van de tijd mooie schenkingen zoals bizondere schetsen en schilderijen van Theo van Doesburg. Van Doesburg staat in Nederland altijd in de schaduw van Mondriaan. Hij was op een andere manier speels en vond dat niet alleen het strakke horizontaal / verticaal leidend moest zijn. Dus vinden we sierlijke poppetjes en kleine schilderijen met schuine vlakken.

Bremmer en mevrouw Kröller Müller hadden zowel met Mondriaan, als ook met Bart van der Leck een financiële overeenkomst. Vandaar dat van beiden belangrijke schilderijen in de collectie zitten. Bij Bram van der Leck kochten ze sinds 1911 zoveel dat dit diens bekendheid in de weg heeft gestaan. Naast zijn overbekende Kat uit 1914 werd ook het monumentale De Storm, uit 1916 verworven. Maar ook twee volkomen abstracte schilderijen uit Van der Lecks Stijl periode Het uitgaan van de fabriek, zijn beide in 1917, het jaar van hun ontstaan, gekocht. Bram Hammacher verwierf Compositie met grijze streep, dat Van der Leck tussen 1956-58 maakte.

Kat,1914, Bart van der Leck, 1916
Kat, Bart van der Leck, 1914.

De Storm, Bart van der Leck, 1916
De Storm, Bart van der Leck, 1916.

Compositie1917, no 3, Bart van der Leck, 1917
Compositie 1917, no 3, Bart van der Leck, 1917.

Compositie1917, no 4, Bart van der Leck, 1917
Compositie1917, no 4, Bart van der Leck, 1917

Compositie met grijze streep, Bart van der Leck, 1956 /58, foto van de website van het museum
Compositie met grijze streep, Bart van der Leck, 1956 /58, foto van de website van het museum.

Uit de generatie voor De Stijl zit het prachtige schilderij Il vient de loin, van Paul Gabriël, circa 1887 in de collectie. Het enige Nederlandse schilderij uit die tijd waar prominent een stoomlocomotief op is te zien. Hij kan dan wel van ver komen, maar de moderne tijd rukt onverbiddelijk op in de idylle van het zompige landschap dat de Haagse school schilders zo graag lieten zien.


Il vient de loin, Paul Gabriël, 1887.

Individu en groep
Voor Helene Kröller-Müller stond het belang van de persoonlijke ontwikkeling van een kunstenaar altijd in het licht van grote stromingen uit de kunst. Daar binnen maakte ze eigen keuzes. Van Gogh heeft bijvoorbeeld zo’n dominante plaats dat het Duitse expressionisme, de Franse Fauvisten en Vlaamse schilders als Permeke en Van den Berghe buiten de boot vielen. Toch is het een bijzondere collectie,  door haar eigenzinnige visie op wat er van belang was in de Europese beeldende kunst. Haar collectie wordt vooral in het oudste deel van het museum getoond.

In de uitbouw van Quist uit 1977, dat nog steeds het nieuwe deel heet, worden tijdelijke tentoonstellingen gehouden. Daarnaast is er dus nog de enorme beeldentuin. Het Kröller Müller Museum is door zijn ligging in het grote park de Hoge Veluwe meer dan de moeite waard een aantal keer te bezoeken en in verschillende jaar getijden.
Bij de ingang van het museumgebouw hangt een werk van Bruce Nauman: ‘Window or Wall Sign’ uit 1967. Het lijkt wel een handgeschreven geschreven tekst in regelmatige blauwe neon-letters gevat in een ronde rode neon-lijn. De dubbelzinnige betekenis: credo en vraag, is meteen zichtbaar: ‘The true artist helps the world by revealing mystic truths’. Helene Kröller-Müller en Henk Bremmer hadden het zelf kunnen zeggen.

IMG_3223
Window or Wall Sign, Bruce Nauman, 1967.

 

NB.
Voor wie meer over Helene Kröller-Müller wil weten,  is Eva Rovers bekroonde biografie: De eeuwigheid verzameld. Helene Kröller-Müller (1869-1939) een belangrijke bron.
De beeldentuin en het Beeldenbos worden op onze site apart besproken bij: Het Kröller-Müller 2 Beeldenpark tuin en bos

PS
Wie vooruit denkt, bestelt bij de plaatselijke boekhandel reeds voor feestdagen en verjaardagen voor de leukste familieleden, de beste vrienden en de aardigste buren onze:
Gids naar Nederlandse musea, Op weg naar de kunst
Auteurs: Micky Piller en Kristoffel Lieten; Uitgever: Waanders in de Kunst.
Altijd actueel door de QR codes in het boek die verbinden met onze site voor commentaar en naar de site van het museum voor informatie!

 

#Mondriaan #Destijl #Vandoesburg #Haagseschool #beeldenpark #beeldenbos #KröllerMüller #Kunst, #Kunstwerk #Dagjeuit #museumonline #museumathome #Eropuit #dagjeweg #Museumbezoek #Cultuuruitje #Kunstliefhebber #Tentoonstelling #opwegnaardekunst.nl #ownk #musea #art #dutchmuseumsathome #eigencollectie #expositie #kunstgeschiedenis #beeldendekunst #kunstgids #museum #art #tentoonstelling #museumbezoek #kunstkritiek #openbaarkunstbezit #vlog #blogpost #gids #museumthuisopdebank

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Informatie en voorzieningen

Het Kröller-Müller Museum,

Houtkampweg 6;  6731 AW Otterlo
W Kröller Müller
T 0318 591 241
di t/m zo 10.00-17.00 uur, meer info op de website. LET OP het is Covid 19 tijd, altijd de website raadplegen voor actuele informatie!

bereikbaarheid
OV moeizaam, met de auto makkelijk
parkeren goed bij ingang park €3,-, + gratis fiets, of bij museum € 6,50
collectie informatie
goede plattegrond
zaalteksten
presentatie collectie
route informatie - van website downloaden
digitaal - app niet ontdekt
vriendelijkheid
suppoosten
winkel
kinderactiviteiten
in het museum voor gezinnen speurtocht en info op de website
eigen ruimte niet ontdekt
museumwinkel
assortiment
kunstboeken
kinder-kunstboeken
grappige kleine cadeautjes
museumrestaurant
prijs/kwaliteit
menu
wc
schoon
makkelijk te vinden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.